Ondersteunings- en opvulmortels

Het probleem van voegen, holle ruimtes en naden kan met een ondersteunings- en opvulmortels opgelost worden.

Betofil Fluid 0/10
Krimparme gietmortel - hoge eindsterkte - 0/10 mm
Toepassingsgebied
Betofill Fluid 0/10 is een droge kant & klare krimparme mortel voor het ondergieten van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill Fluid 0/10 kan worden toegepast voor:
- vastzetten van ankers, bouten en gerichte verankeringen,
- opvullen van voorspankanalen en de voegen tussen betonelementen,
- verankeren/ondergieten van vlakke funderingsplaten met grote afmetingen met of zonder ribverstijvingen,
- verbinden van prefabelementen op wachtankers.
 
Samenstelling
Betofill Fluid 0/10 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de gietmortel te reduceren.
Eigenschappen
 
Voorbereiding ondergrond
Bij ondergieten, de betonondergrond reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn.
Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën).
Hiertoe daags van te voren de ondergrond ruim bevochtigen.
Voor het aanbrengen van de gietmortel de bestaande beton­ondergrond zonodig nogmaals bevochtigen, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel wordt onttrokken. Eventueel overtollig water dient voor het aangieten verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de gietmortel kan tevens verbeterd worden door de gietmortel op de oude ondergrond in te borstellen en daarna nat in nat aan te gieten.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige beton­ondergronden, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuiden, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen. De bekisting dient voor het vullen en ontluchten voldoende openingen te bieden.
Bekistingen zorg­vuldig behandelen met bekistingsolie.
Verwerken
Betofill Fluid 0/10 aanmaken met ca. 3,4 L schoon leidingwater.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut de rest van het aanmaakwater toevoegen en (minstens 4 minuten) doormengen tot een homogene, klontvrije mortel, in de juiste consistentie.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
De aangemaakte mortel binnen 30 minuten verwerken en na aanstijven niet meer met nieuwe mortel vermengen. 
Betofill Fluid 0/10 verwerken bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt. 
Betofill Fluid 0/10 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken (continue gieten) om luchtinsluitingen te voorkomen.
Betofill Fluid is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm en 0/10 mm.
 
Nabehandeling
Tijdens de verwerking en afbinding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden. Deze temperatuur­grenzen dienen tenminste 24 uur gewaarborgd te zijn.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende onder­gronden.
De vers aangebrachte gietmortel tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte gietmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging, bijv. door afdekken met folie of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill Fluid 0/10:
- ca. 525 L gietmortel per ton droge mortel,
- ca. 13 L gietmortel per 25 kg droge mortel,
- 1 zak 25 kg droge mortel levert ca. 0,65 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 1 dag
> 25 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 1 dag
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 10 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 11 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/10 mm (laagdiktes > 6 cm)
 
Waterbehoefte
13,5 %. Ca. 3,3-3,7 L/25 kg zak
 
Vloeimaat na 1 min
> 60 cm
 
Vloeimaat na 30 min
> 55 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde gietmortel
± 2200 kg/m³
 
Verpakking
Betofill Fluid 0/10 is verpakt in plastic zakken van 25 kg, gestapeld op europalletten (600 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Classificatie
Betofill Fluid 0/10 is een kimparme gietmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA2
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5 abcd


<








 

Betofill
Krimparme ondersabelingsmortel - hoge eindsterkte
Toepassingsgebied
Betofill is een droge kant-en-klare krimparme mortel voor het ondersabelen, opvullen van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill kan worden toegepast voor:
- het ondersabelen van prefab elementen en het opvullen van voegen tussen betonelementen,
- het verankeren van wachtankers, bouten en wapeningsstaven,
- het ondersabelen van staalconstructies,
- het ondersabelen van machine- en kolomfunderingen en vangrails.
 
Samenstelling
Betofill is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de mortel te reduceren.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
-Eenvoudig gebruik (gebruiksklaar poeder)
-Hoge begin- en eindsterkte
-Krimpgecompenseerd
-Hoge bestendigheid tegen vorst/dooi cycli
-Goed standvermogen
Voorbereiding ondergrond
Alvorens Betofill te verwerken, het betonnen hechtvlak reinigen (vet-, vuil-, vorst- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn. Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën). Hiertoe de dag voorafgaand de ondergrond voldoende bevochtigen.
Voor het aanbrengen van Betofill, dient het bestaande betonnen hechtvlak zonodig nogmaals te worden bevochtigd, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel kan worden onttrokken. Waterstagnatie dient voor het ondersabelen verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de ondersabelingsmortel kan tevens verbeterd worden door de mortel op de oude ondergrond in te borstelen en daarna nat in nat aan te verwerken. Eventueel kan een hechtbrug worden aangebracht. 
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige betonnen hechtvlakken, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuid, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende ondergrond, of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
 
Verwerken
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt. 
Betofill altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken om luchtinsluitingen te voorkomen. 
Tijdens de verwerking en uitharding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden, en dit tot minstens 24 uur na het aanbrengen.
Nabehandeling
De vers aangebrachte Betofill tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte ondersabelingsmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging, bijv. door afdekken met folie of toepassing van een curing compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill :
± 500 L ondersabelingsmortel per ton droge mortel,
±12,5 L ondersabelingsmortel per 25 kg droge mortel
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 24 uur
> 35 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 24 uur
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 8 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 9 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/1 mm (laagdiktes 0-1 cm)
 
Korrelgrootte
0/2 mm (laagdiktes 0-2 cm)
 
Korrelgrootte
0/4 mm (laagdiktes 2-5 cm)
 
Korrelgrootte
0/10 mm (laagdiktes > 5 cm)
 
Waterbehoefte
11,5 %
 
Spreidmaat
11,5 % water > 12 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Verpakking
Betofill is verpak in plastic zakken van 20 kg, gestapeld op euro-palletten (1320 kg/pallet) met een beschermhoes.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij een temperatuur tussen +5 °C en +30 °C en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
Betofill is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm, en 0/10 mm.
Classificatie
Betofill is een krimparme ondersabelingsmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA1.
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4.
 














Voorbereiding mengsel
Betofill mengen met ca. 2,9 L (stijfplastisch) à 3,25 L (plastisch) schoon leidingwater voor 25 kg poeder, al naar gelang de benodigde consistentie.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut, de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel in de juiste consistentie.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
Veiligheidsrichtlijnen
Betofill bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 


<








 

Betofill 0/1
Krimparme ondersabelingsmortel - hoge eindsterkte - 0/1 mm
Toepassingsgebied
Betofill 0/1 is een droge kant & klare krimparme mortel voor het ondersabelen, opvullen van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill 0/1 kan worden toegepast voor:
- het ondersabelen van prefab elementen en het opvullen van voegen tussen betonelementen,
- het verankeren van wachtankers, bouten en wapeningsstaven,
- het ondersabelen van staalconstructies,
- het ondersabelen van machine- en kolomfunderingen en vangrails.
 
Samenstelling
Betofill 0/1 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de mortel te reduceren.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
- Eenvoudig gebruik (gebruiksklaar poeder)
- Hoge begin- en eindsterkte
- Krimpgecompenseerd
- Hoge bestendigheid tegen vorst/dooi cycli
- Goed standvermogen
Voorbereiding ondergrond
Alvorens Betofill 0/1 te verwerken, de betonondergrond reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn. Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën). Hiertoe de dag voorafgaand de ondergrond voldoende bevochtigen.
Voor het aanbrengen van Betofill, dient het bestaande betonnen hechtvlak zonodig nogmaals te worden bevochtigd, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel kan worden onttrokken. Waterstagnatie dient voor het ondersabelen verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de ondersabelingsmortel kan tevens verbeterd worden door de mortel op de oude ondergrond in te borstelen en daarna nat in nat aan te verwerken. Eventueel kan een hechtbrug worden aangebracht.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige betonnen hechtvlakken, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuid, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende ondergrond, of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Verwerken
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt.
Betofill 0/1 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken om luchtinsluitingen te voorkomen.
Tijdens de verwerking en uitharding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden, en dit tot minstens 24 uur na het aanbrengen.
Nabehandeling
De vers aangebrachte Betofill 0/2 tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte ondersabelingsmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging dmv een gepaste nabehandelingsmethode of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill 0/1:
± 500 L ondersabelingsmortel per ton droge mortel,
±10 L ondersabelingsmortel per 20 kg droge mortel

1 zak 20 kg droge mortel levert ca. 0,48 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 24 uur
> 35 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 24 uur
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 8 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 9 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/1 mm (laagdiktes 0-1 cm)
 
Waterbehoefte
11,5 %. Ca. 2,9-3,3 L/25 kg zak
 
Spreidmaat
11,5 % water > 12 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Verpakking
Betofill 0/1 is verpakt in plastic zakken van 20 kg, gestapeld op europaletten (1320 kg/palet) met een beschermhoes.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij een temperatuur tussen +5 °C en +30 °C en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.












Opmerking
Betofill is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm, en 0/10 mm.
Classificatie
Betofill 0/1 is een krimparme ondersabelingsmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA1
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4
 












Voorbereiding mengsel
Betofill 0/1 mengen met ca. 2,3 L (stijfplastisch) à 2,6 L (plastisch) schoon leidingwater voor 20 kg poeder, al naar gelang de benodigde consistentie.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut, de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel in de juiste consistentie.
De verwerkingstijd van het mengsel bedraagt 30 minuten.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
Veiligheidsrichtlijnen
Betofill 0/1 bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 
















 

Betofill 0/10
Krimparme ondersabelingsmortel - hoge eindsterkte - 0/10 mm
Toepassingsgebied
Betofill 0/10 is een droge kant & klare krimparme mortel voor het ondersabelen, opvullen van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill 0/10 kan worden toegepast voor:
- het ondersabelen van prefab elementen en het opvullen van voegen tussen betonelementen,
- het verankeren van wachtankers, bouten en wapeningsstaven,
- het ondersabelen van staalconstructies,
- het ondersabelen van machine- en kolomfunderingen en vangrails.
Samenstelling
Betofill 0/10 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de mortel te reduceren.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
 
Voorbereiding ondergrond
Alvorens Betofill 0/10 te verwerken, het betonnen hechtvlak reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn. Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën). Hiertoe de dag voorafgaand de ondergrond voldoende bevochtigen.
Voor het aanbrengen van Betofill, dient het bestaande betonnen hechtvlak zonodig nogmaals te worden bevochtigd, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel kan worden onttrokken. Waterstagnatie dient voor het ondersabelen verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de ondersabelingsmortel kan tevens verbeterd worden door de mortel op de oude ondergrond in te borstelen en daarna nat in nat aan te verwerken. Eventueel kan een hechtbrug worden aangebracht.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige betonnen hechtvlakken, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuid, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende ondergrond, of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Verwerken
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt.
Betofill 0/10 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken om luchtinsluitingen te voorkomen.
Tijdens de verwerking en uitharding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden, en dit tot minstens 24 uur na het aanbrengen.
 
Nabehandeling
De vers aangebrachte Betofill 0/10 tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte ondersabelingsmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging dmv een gepaste nabehandelingsmethode of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst Betofill 0/10 :
± 500 L ondersabelingsmortel per ton droge mortel,
±10 L ondersabelingsmortel per 20 kg droge mortel

1 zak 20 kg droge mortel levert ca. 0,48 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 24 uur
> 35 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 24 uur
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 8 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 9 N/mm²
 
Granulometrie
0/10 mm (laagdiktes > 5 cm)
 
Waterbehoefte
11,5 %. Ca. 2,9-3,3 L/25 kg zak
 
Spreidmaat
11,5 % water > 12 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Verpakking
Betofill 0/10 is verpakt in plastic zakken van 20 kg, gestapeld op europaletten (1320 kg/palet) met een beschermhoes.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij een temperatuur tussen +5 °C en +30 °C en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
Betofill is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm, en 0/10 mm.










Classificatie
Betofill 0/10 is een krimparme ondersabelingsmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA1
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4

 
Voorbereiding mengsel
Betofill 0/10 mengen met ca. 2,3 L (stijfplastisch) à 2,6 L (plastisch) schoon leidingwater voor 20 kg poeder, al naar gelang de benodigde consistentie.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut, de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel in de juiste consistentie.
De verwerkingstijd van het mengsel bedraagt 30 minuten.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.









Veiligheidsrichtlijnen
Betofill 0/10 bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 











 

Betofill 0/2
Krimparme ondersabelingsmortel - hoge eindsterkte - 0/2 mm
Toepassingsgebied
Betofill 0/2 is een droge kant & klare krimparme mortel voor het ondersabelen, opvullen van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill 0/2 kan worden toegepast voor:
- het ondersabelen van prefab elementen en het opvullen van voegen tussen betonelementen,
- het verankeren van wachtankers, bouten en wapeningsstaven,
- het ondersabelen van staalconstructies,
- het ondersabelen van machine- en kolomfunderingen en vangrails.
 
Samenstelling
Betofill 0/2 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de mortel te reduceren.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
- Eenvoudig gebruik (gebruiksklaar poeder)
- Hoge begin- en eindsterkte
- Krimpgecompenseerd
- Hoge bestendigheid tegen vorst/dooi cycli
- Goed standvermogen
Voorbereiding ondergrond
Alvorens Betofill 0/2 te verwerken, het betonnen hechtvlak reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn. Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën). Hiertoe de dag voorafgaand de ondergrond voldoende bevochtigen.
Voor het aanbrengen van Betofill, dient het bestaande betonnen hechtvlak zonodig nogmaals te worden bevochtigd, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel kan worden onttrokken. Waterstagnatie dient voor het ondersabelen verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de ondersabelingsmortel kan tevens verbeterd worden door de mortel op de oude ondergrond in te borstelen en daarna nat in nat aan te verwerken. Eventueel kan een hechtbrug worden aangebracht.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige betonnen hechtvlakken, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuid, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende ondergrond, of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Verwerken
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt. 
Betofill 0/2 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken om luchtinsluitingen te voorkomen.
Tijdens de verwerking en uitharding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden, en dit tot minstens 24 uur na het aanbrengen.
 
Nabehandeling
De vers aangebrachte Betofill 0/2 tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte ondersabelingsmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging dmv een gepaste nabehandelingsmethode of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst Betofill 0/2:
± 500 L ondersabelingsmortel per ton droge mortel,
±10 L ondersabelingsmortel per 20 kg droge mortel

1 zak 20 kg droge mortel levert ca. 0,48 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 24 uur
> 35 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 24 uur
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 8 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 9 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/2 mm (laagdiktes 0-2 cm)
 
Waterbehoefte
± 11,5 %
 
Spreidmaat
11,5 % water > 12 cm
 
Verwerkingstijd
± 30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Verpakking
Betofill 0/2 is verpakt in zakken van 20 kg, gestapeld op europaletten (1320 kg/palet) met een beschermhoes.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij een temperatuur tussen +5 °C en +30 °C en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
Betofill is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm, en 0/10 mm.












Classificatie
Betofill 0/2 is een krimparme ondersabelingsmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA1
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4


 
Voorbereiding mengsel
Betofill 0/2 mengen met ca. 2,3 L (stijfplastisch) à 2,6 L (plastisch) schoon leidingwater voor 20 kg poeder, al naar gelang de benodigde consistentie.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut, de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel in de juiste consistentie.
De verwerkingstijd van het mengsel bedraagt 30 minuten.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.












Veiligheidsrichtlijnen
Betofill 0/2 bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 














 

Betofill 0/4
Krimparme ondersabelingsmortel - hoge eindsterkte - 0/4 mm
Toepassingsgebied
Betofill 0/4 is een droge kant & klare krimparme mortel voor het ondersabelen, opvullen van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill 0/4 kan worden toegepast voor:
- het ondersabelen van prefab elementen en het opvullen van voegen tussen betonelementen,
- het verankeren van wachtankers, bouten en wapeningsstaven,
- het ondersabelen van staalconstructies,
- het ondersabelen van machine- en kolomfunderingen en vangrails.
 
Samenstelling
Betofill 0/4 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de mortel te reduceren.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
- Eenvoudig gebruik (gebruiksklaar poeder)
- Hoge begin- en eindsterkte
- Krimpgecompenseerd
- Hoge bestendigheid tegen vorst/dooi cycli
- Goed standvermogen
Voorbereiding ondergrond
Alvorens Betofill 0/4 te verwerken, de betonondergrond reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn. Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën). Hiertoe de dag voorafgaand de ondergrond voldoende bevochtigen.
Voor het aanbrengen van Betofill, dient het bestaande betonnen hechtvlak zonodig nogmaals te worden bevochtigd, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel kan worden onttrokken. Waterstagnatie dient voor het ondersabelen verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de ondersabelingsmortel kan tevens verbeterd worden door de mortel op de oude ondergrond in te borstelen en daarna nat in nat aan te verwerken. Eventueel kan een hechtbrug worden aangebracht.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige betonnen hechtvlakken, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuid, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende ondergrond, of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Verwerken
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt.
Betofill 0/2 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken om luchtinsluitingen te voorkomen.
Tijdens de verwerking en uitharding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden, en dit tot minstens 24 uur na het aanbrengen.
 
Nabehandeling
De vers aangebrachte Betofill 0/2 tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte ondersabelingsmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging dmv een gepaste nabehandelingsmethode of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill 0/4:
± 500 L ondersabelingsmortel per ton droge mortel,
±10 L ondersabelingsmortel per 20 kg droge mortel

1 zak 20 kg droge mortel levert ca. 0,48 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 24 uur
> 35 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 24 uur
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 8 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 9 N/mm²
 
Granulometrie
0/4 mm (laagdiktes 2-5 cm)
 
Waterbehoefte
11,5 %. Ca. 2,9-3,3 L/25 kg zak
 
Spreidmaat
11,5 % water > 12 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Verpakking
Betofill 0/4 is verpakt in plastic zakken van 20 kg, gestapeld op europaletten (1320 kg/palet) met een beschermhoes.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij een temperatuur tussen +5 °C en +30 °C en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
Betofill is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm, en 0/10 mm.











Classificatie
Betofill 0/4 is een krimparme ondersabelingsmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA1
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4

 
Voorbereiding mengsel
Betofill 0/2 mengen met ca. 2,3 L (stijfplastisch) à 2,6 L (plastisch) schoon leidingwater voor 20 kg poeder, al naar gelang de benodigde consistentie.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut, de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel in de juiste consistentie.
De verwerkingstijd van het mengsel bedraagt 30 minuten.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.










Veiligheidsrichtlijnen
Betofill 0/4 bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 









 

Betofill Fluid
Krimparme gietmortel - hoge eindsterkte
Toepassingsgebied
Betofill Fluid is een droge, kant & klare, krimparme gietmortel voor het ondergieten van open ruimtes in de constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill Fluid kan worden toegepast voor:
- vastzetten van ankers en bouten,
- opvullen van voorspankanalen en de voegen tussen betonelementen,
- verankeren/ondergieten van vlakke funderingsplaten met grote afmetingen met of zonder ribverstijvingen,
- verankeren van staalconstructies,
- verbinden van prefabelementen op wachtankers.
 
Samenstelling
Betofill Fluid is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de gietmortel te reduceren.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
-Eenvoudig gebruik (gebruiksklaar poeder)
-Hoge begin- en eindsterkte
-Krimpgecompenseerd
-Zelfverdichtend. Trillen of vibreren zijn niet nodig
-Geen segregatie of bleeding
-Hoge bestendigheid tegen vorst/dooi cycli
Voorbereiding ondergrond
Bij ondergieten, het betonnen hechtvlak reinigen (vet-, vuil-, vorst- en stofvrij maken).
Het betonnen hechtvlak dient draagkrachtig en ruw te zijn.
Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën).
Hiertoe daags van te voren de ondergrond ruim bevochtigen.
Voor het aanbrengen van de gietmortel de bestaande beton­nen ondergrond zonodig nogmaals bevochtigen, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel wordt onttrokken. Waterstagnatie dient voor het aangieten verwijderd te worden.
De hechting tussen de ondergrond en de gietmortel kan tevens verbeterd worden door de gietmortel op de oude ondergrond in te borstellen en daarna nat in nat aan te gieten.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige beton­nen ondergronden, deze eerst ontdoen van eventuele cementhuid en andere niet of slecht hechtende deeltjes die het monolitisch karakter van het geheel kunnen schaden, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen. De bekisting dient voor het vullen en ontluchten voldoende openingen te bieden.
Bekistingen zorg­vuldig behandelen met bekistingsolie.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Verwerken
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt. 
Betofill Fluid altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken (continu gieten) om luchtinsluitingen te voorkomen.
Tijdens het gieten en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C.
Nabehandeling
De vers aangebrachte Betofill Fluid tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte ondersabelingsmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging dmv een gepaste nabehandelingsmethode of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill Fluid:
± 525 L gietmortel per ton droge mortel,
± 13 L gietmortel per 25 kg droge mortel.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 1 dag
> 25 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 1 dag
> 5 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 7 dagen
> 10 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
> 11 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/1 mm (laagdiktes 0-1 cm)
 
Korrelgrootte
0/2 mm (laagdiktes 0-2 cm)
 
Korrelgrootte
0/4 mm (laagdiktes 2-6 cm)
 
Korrelgrootte
0/10 mm (laagdiktes > 6 cm)
 
Waterbehoefte
13,5 %
 
Vloeimaat na 1 min
> 60 cm
 
Vloeimaat na 30 min
> 55 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde gietmortel
± 2200 kg/m³
 
Verpakking
Betofill Fluid is verpakt in plastic zakken van 20 kg, gestapeld op euro-palletten (1320 kg/pallet) met een beschermhoes.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij een temperatuur tussen +5 °C en +30 °C en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
Betofill Fluid is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm en 0/10 mm.
Classificatie
Betofill Fluid is een kimparme gietmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA2.
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4.














Voorbereiding mengsel
Betofill Fluid mengen met ca. 3,3 L (13.5% à 14,5%) schoon leidingwater voor 25 kg poeder.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel, in de juiste consistentie.
De verwerkingstijd van het mengsel bedraagt 30 minuten.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
Veiligheidsrichtlijnen
Betofill Fluid bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 











 

Betofill Fluid 0/1
Krimparme gietmortel - hoge eindsterkte - 0/1 mm
Toepassingsgebied
Betofill Fluid 0/1 is een droge kant & klare krimparme gietmortel voor het ondergieten van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill Fluid 0/1 kan worden toegepast voor:
- vastzetten van ankers, bouten en gerichte verankeringen,
- opvullen van voorspankanalen en de voegen tussen betonelementen,
- verankeren/ondergieten van vlakke funderingsplaten met grote afmetingen met of zonder ribverstijvingen,
- verbinden van prefabelementen op wachtankers.
 
Samenstelling
Betofill Fluid 0/1 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de gietmortel te reduceren.
Eigenschappen
 
Voorbereiding ondergrond
Bij ondergieten, de betonondergrond reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn.
Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën).
Hiertoe daags van te voren de ondergrond ruim bevochtigen.
Voor het aanbrengen van de gietmortel de bestaande beton­ondergrond zonodig nogmaals bevochtigen, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel wordt onttrokken. Eventueel overtollig water dient voor het aangieten verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de gietmortel kan tevens verbeterd worden door de gietmortel op de oude ondergrond in te borstellen en daarna nat in nat aan te gieten.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige beton­ondergronden, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuiden, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen. De bekisting dient voor het vullen en ontluchten voldoende openingen te bieden.
Bekistingen zorg­vuldig behandelen met bekistingsolie.
Verwerken
Betofill Fluid 0/1 aanmaken met ca. 3,4 L schoon leidingwater.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut de rest van het aanmaakwater toevoegen en (minstens 4 minuten) doormengen tot een homogene, klontvrije mortel, in de juiste consistentie.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
De aangemaakte mortel binnen 30 minuten verwerken en na aanstijven niet meer met nieuwe mortel vermengen. 
Betofill Fluid 0/1 verwerken bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt. 
Betofill Fluid 0/1 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken (continue gieten) om luchtinsluitingen te voorkomen.
Betofill Fluid is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm en 0/10 mm.
 
Nabehandeling
Tijdens de verwerking en afbinding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen + 5 °C en + 30 °C te bevinden. Deze temperatuur­grenzen dienen tenminste 24 uur gewaarborgd te zijn.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende onder­gronden.
De vers aangebrachte gietmortel tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte gietmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging, bijv. door afdekken met folie of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill Fluid 0/1:
- ca. 525 L gietmortel per ton droge mortel,
- ca. 13 L gietmortel per 25 kg droge mortel,
- 1 zak 25 kg droge mortel levert ca. 0,65 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 1 dag
> 25 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 1 dag
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 10 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 11 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/1 mm (laagdiktes 0-1 cm)
 
Waterbehoefte
13,5 %. Ca. 3,3-3,7 L/25 kg zak
 
Vloeimaat na 1 min
> 60 cm
 
Vloeimaat na 30 min
> 55 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde gietmortel
± 2200 kg/m³
 
Verpakking
Betofill Fluid 0/1 is verpakt in plastic zakken van 25 kg, gestapeld op europalletten (600 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Classificatie
Betofill Fluid 0/1 is een kimparme gietmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA2
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5 abcd
 

 


 

Betofill Fluid 0/2
Krimparme gietmortel - hoge eindsterkte - 0/2 mm
Toepassingsgebied
Betofill Fluid 0/2 is een droge kant & klare krimparme mortel voor het ondergieten van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill Fluid 0/2 kan worden toegepast voor:
- vastzetten van ankers, bouten en gerichte verankeringen,
- opvullen van voorspankanalen en de voegen tussen betonelementen,
- verankeren/ondergieten van vlakke funderingsplaten met grote afmetingen met of zonder ribverstijvingen,
- verbinden van prefabelementen op wachtankers.
 
Samenstelling
Betofill Fluid 0/2 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de gietmortel te reduceren.
Eigenschappen
 
Voorbereiding ondergrond
Bij ondergieten, de betonondergrond reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn.
Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën).
Hiertoe daags van te voren de ondergrond ruim bevochtigen.
Voor het aanbrengen van de gietmortel de bestaande beton­ondergrond zonodig nogmaals bevochtigen, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel wordt onttrokken. Eventueel overtollig water dient voor het aangieten verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de gietmortel kan tevens verbeterd worden door de gietmortel op de oude ondergrond in te borstellen en daarna nat in nat aan te gieten.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige beton­ondergronden, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuiden, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen. De bekisting dient voor het vullen en ontluchten voldoende openingen te bieden.
Bekistingen zorg­vuldig behandelen met bekistingsolie.
Verwerken
Betofill Fluid 0/2 aanmaken met ca. 3,4 L schoon leidingwater.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut de rest van het aanmaakwater toevoegen en (minstens 4 minuten) doormengen tot een homogene, klontvrije mortel, in de juiste consistentie.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
De aangemaakte mortel binnen 30 minuten verwerken en na aanstijven niet meer met nieuwe mortel vermengen. 
Betofill Fluid 0/2 verwerken bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt. 
Betofill Fluid 0/2 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken (continue gieten) om luchtinsluitingen te voorkomen.
Betofill Fluid is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm en 0/10 mm.
 
Nabehandeling
Tijdens de verwerking en afbinding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden. Deze temperatuur­grenzen dienen tenminste 24 uur gewaarborgd te zijn.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende onder­gronden.
De vers aangebrachte gietmortel tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte gietmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging, bijv. door afdekken met folie of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill Fluid 0/2:
- ca. 525 L gietmortel per ton droge mortel,
- ca. 13 L gietmortel per 25 kg droge mortel,
- 1 zak 25 kg droge mortel levert ca. 0,65 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 1 dag
> 25 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 1 dag
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 10 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 11 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/2 mm (laagdiktes 0-2 cm)
 
Waterbehoefte
13,5 %. Ca. 3,3-3,7 L/25 kg zak
 
Vloeimaat na 1 min
> 60 cm
 
Vloeimaat na 30 min
> 55 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde gietmortel
± 2200 kg/m³
 
Verpakking
Betofill Fluid 0/2 is verpakt in plastic zakken van 25 kg, gestapeld op europalletten (600 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Classificatie
Betofill Fluid 0/2 is een kimparme gietmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA2
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5 abcd
 

 


 

Betofill Fluid 0/4
Krimparme gietmortel - hoge eindsterkte - 0/4 mm
Toepassingsgebied
Betofill Fluid 0/4 is een droge kant & klare krimparme mortel voor het ondergieten van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill Fluid 0/4 kan worden toegepast voor:
- vastzetten van ankers, bouten en gerichte verankeringen,
- opvullen van voorspankanalen en de voegen tussen betonelementen,
- verankeren/ondergieten van vlakke funderingsplaten met grote afmetingen met of zonder ribverstijvingen,
- verbinden van prefabelementen op wachtankers.
 
Samenstelling
Betofill Fluid 0/4 is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de gietmortel te reduceren.
Eigenschappen
 
Voorbereiding ondergrond
Bij ondergieten, de betonondergrond reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn.
Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën).
Hiertoe daags van te voren de ondergrond ruim bevochtigen.
Voor het aanbrengen van de gietmortel de bestaande beton­ondergrond zonodig nogmaals bevochtigen, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel wordt onttrokken. Eventueel overtollig water dient voor het aangieten verwijderd te worden.
De hechting tussen de oude ondergrond en de gietmortel kan tevens verbeterd worden door de gietmortel op de oude ondergrond in te borstellen en daarna nat in nat aan te gieten.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige beton­ondergronden, deze eerst ontdoen van aanwezige cementhuiden, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen. De bekisting dient voor het vullen en ontluchten voldoende openingen te bieden.
Bekistingen zorg­vuldig behandelen met bekistingsolie.
Verwerken
Betofill Fluid 0/4 aanmaken met ca. 3,4 L schoon leidingwater.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut de rest van het aanmaakwater toevoegen en (minstens 4 minuten) doormengen tot een homogene, klontvrije mortel, in de juiste consistentie.
Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
De aangemaakte mortel binnen 30 minuten verwerken en na aanstijven niet meer met nieuwe mortel vermengen. 
Betofill Fluid 0/4 verwerken bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt. 
Betofill Fluid 0/4 altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken (continue gieten) om luchtinsluitingen te voorkomen.
Betofill Fluid is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm en 0/10 mm.
 
Nabehandeling
Tijdens de verwerking en afbinding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden. Deze temperatuur­grenzen dienen tenminste 24 uur gewaarborgd te zijn.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende onder­gronden.
De vers aangebrachte gietmortel tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte gietmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging, bijv. door afdekken met folie of toepassing van een Curing Compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill Fluid 0/4:
- ca. 525 L gietmortel per ton droge mortel,
- ca. 13 L gietmortel per 25 kg droge mortel,
- 1 zak 25 kg droge mortel levert ca. 0,65 m² bij een laagdikte van 20 mm.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
K50
 
Druksterkte na 1 dag
> 25 N/mm²
 
Druksterkte na 3 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 55 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 1 dag
> 5 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 3 dagen
> 7 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 10 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 11 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/4 mm (laagdiktes 2-6 cm)
 
Waterbehoefte
13,5 %. Ca. 3,3-3,7 L/25 kg zak
 
Vloeimaat na 1 min
> 60 cm
 
Vloeimaat na 30 min
> 55 cm
 
Verwerkingstijd
30 minuten
 
Zwelling
24 uur ca. + 2,0 %
 
Volumieke massa verharde gietmortel
± 2200 kg/m³
 
Verpakking
Betofill Fluid 0/4 is verpakt in plastic zakken van 25 kg, gestapeld op europalletten (600 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Classificatie
Betofill Fluid 0/4 is een kimparme gietmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA2
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5 abcd
 

 


 

Betofill Rapid 0/1
Zeer snelhardende en krimparme zwarte plaatsingsmortel voor het plaatsen van toegangsschachten en putten in wegen - 0/1 mm
Toepassingsgebied
Betofill Rapid 0/1 is een mortel voor het plaatsen van toegangsschachten naar rioleringen of kabelkanalen op wegen alsook voor opvullen van open ruimtes tussen constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
 
Samenstelling
Betofill Rapid 0/1 is een homogeen mengsel samengesteld uit cement, hersamengesteld afgezeefd zand en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de stabiliteit, de hechting en de verharding van de mortel te verbeteren alsook de krimp van de mortel te reduceren.
Kleur
Betofill Rapid 0/1 is zwart gekleurd (aangepast aan asfaltwegen).
Eigenschappen
Betofill Rapid 0/1 is een droge, kant-en-klare, krimparme, zeer snelverhardende plaatsingsmortel met zeer hoge begin- en eindsterkte.
Betofill Rapid 0/1 is bestand tegen vorst, strooizout en vermindert het indringen van olie.
Betofill Rapid 0/1 is al na ca. 2 uur begaanbaar voor matig tot intens belastend verkeer.
Voorbereiding ondergrond
Alvorens Betofill Rapid 0/1 te verwerken, de betonondergrond reinigen (vet-, vuil- en stofvrij maken).
Het betonoppervlak dient draagkrachtig en ruw te zijn. Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De onder­grond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën). Hiertoe daags van te voren de ondergrond ruim bevochtigen.
Voor het aanbrengen van de plaatsingsmortel, dient de bestaande beton­ ondergrond zonodig nogmaals te worden bevochtigd, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel kan worden onttrokken. Eventueel overtollig water dient voor het aanbrengen verwijderd te worden.
 
Verwerken
Ca. 2/3 van de benodigde hoeveelheid schoon leidingwater (ca. 3,0 liter water per zak van 25 kg) wordt in een mortelkuip gevuld. Betofill Rapid 0/1 langzaam toevoegen en met een geschikte menger op laag toerental ca. 3 minuten mengen. Vervolgens het resterende deel van het aanmaakwater toevoegen en nog eens ca. 2 minuten mengen zodat een klontvrije, homogene mortel onstaat.
Betofill Rapid 0/1 aanbrengen onder het te plaatsen schachtelement. Het element hierop plaatsen en uitrichten gelijk met het wegoppervlak. De ruimte tussen het schachtelement en het wegdek opvullen met Betofill Rapid 0/1 met een truweel, aandrukken en afwerken met behulp van een troffel gelijk met het wegdek.
Voor grotere op te vullen ruimtes (breder dan ca. 5 cm is het toevoegen van ca. 20 % grof zand/grind 4-8 mm aan te bevelen).
Na beëindiging van de werkzaamheden, de menger en het overige gereedschap meteen leeggieten en reinigen.
Belangrijk: Alleen verwerken bij temperaturen (ondergrondtemperaturen) van +1 °C tot +30 °C.
Betofill Rapid 0/1 verhard binnen ca. 15-20 minuten (afhankelijk van de buiten- en verwerkingstemperatuur).
Nabehandeling
Tijdens de verwerking en afbinding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +1 °C en +30 °C te bevinden. Deze temperatuur­grenzen dienen tenminste 24 uur gewaarborgd te zijn.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende onder­gronden.
De vers aangebrachte Betofill Rapid 0/1 na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte Betofill Rapid 0/1 adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging, bijv. door bevochtigen of toepassen van een curing compound.
Verbruik
± 525 L specie / ton droge mortel.
± 13 L specie / 25 kg droge mortel.
 
Technische kenmerken
Verwerkingsduur
ca. 15 minuten +20 °C
 
Hechtsterkte na 7 dagen
> 2,0 N/mm² aan beton (niet asfalt)
 
Druksterkte na 2 uur
> 5 N/mm²
 
Druksterkte na 4 uur
> 10 N/mm²
 
Druksterkte na 8 uur
> 15 N/mm²
 
Druksterkte na 1 dag
> 20 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 40 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 55 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/1 mm
 
Waterbehoefte
12 %
 
Natte densiteit
ca. 2230 kg/m³
 
Volumieke massa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Milieuklasse EN 206-1
X0, XC4, XF3, XS3, XA2, XD3, XM1
 
Verpakking
Betofill Rapid 0/1 is verpakt in papieren zakken van 25 kg, gestapeld op euro-palletten (1000 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 6 maanden.
Opmerking
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerking moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.
 










Classificatie
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF3, XA2, XM1.


 
 

 












 

Betofill Thixo Wall F
Thixotrope mortel voor voegen tussen prefab muurelementen
Toepassingsgebied
Betofill Thixo Wall F is een natspuitmortel die verwerkt dient te worden volgens de "natte" methode. Betofill Thixo Wall F kan eventueel voor toepassing in dunnere laagdiktes manueel verwerkt worden. Betofill Thixo Wall F kan tevens worden toegepast voor het opspuiten van voegen en naden bij toepassing tussen prefab binnenwanden.
Samenstelling
Betofill Thixo Wall F is een homogeen mengsel van cement, gecalibreerd zand en hulpstoffen.
- Bindmiddelen: Portlandcement CEM I 52,5 N volgens EN 197-1.
- Granulaat: gecalibreerd rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de stabiliteit, de thixotropie en de verpompbaarheid van Betofill Thixo Wall Prefab te verbeteren.
Eigenschappen
Betofill Thixo Wall F is een droge voorgemengde mortel met sterk verbeterd staand vermogen (thixotropie). De gebruiksklare mortel wordt in silo’s of zakgoed op de werf gebracht en ter plaatse gemengd met water in een dwangmenger (zakgoed) of doorstroommenger (silo) gecombineerd met een pompinrichting en vervolgens in de gewenste hoeveelheid en consistentie gespoten volgens de "natte methode".
Voorbereiding ondergrond
Als ondergronden zijn geschikt: alle (prefab)metselwerk, betonoppervlakken en alle cementgebonden ondergronden mits voldoende voorbereid om een goede hechting te verkrijgen. 
De ondergronden moeten zuiver zijn, vrij van oliën, vet, verfresten en andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden.
Gladde en sterk verdichte, niet-zuigende oppervlakken zoals glad beton opruwen (bv. zandstralen). Na opruwen de ondergrond ontstoffen. De ondergrond dient goed te worden voorbevochtigd dan wel te worden voorzien van een primer.
Bij twijfel aangaande het verkrijgen van de vereiste hechtsterkte dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd.
Verwerken
Betofill Thixo Wall F is een thixotrope mortel die bijzonder geschikt is voor opspuiten/opvullen van verticale voegnaden tussen aansluitingen van prefabwanden.
Verwerking vindt plaats in een voor de "natte spuitmethode" geschikte consistentie bij een temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
Betofill Thixo Wall F kan eventueel ook manueel verwerkt worden.
Lage temperaturen beïnvloeden het verhardingsproces negatief.
Het gebruik van Betofill Thixo Wall F op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur. Dikkere lagen dienen in meerdere lagen te worden aangebracht. 

Nabehandeling
De werken moeten afgeschermd worden van koude, slagregen, wind en van warmte boven +30 °C (b.v. afdekken met vochtige doeken of folie).
Het regelmatig bevochtigen dan wel het gebruik van een curing compound op het afgewerkte oppervlak behoort eveneens tot de mogelijkheden. 
Verbruik
 Opbrengst:
- ca. 625 L spuitmortel per ton Betofill Thixo Wall F droge mortel.

Technische kenmerken
Sterkteklasse
M 15 volgens EN 998-2
 
Druksterkte na 7 dagen
> 10 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 15 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
> 4,5 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 0,5 N/mm² al naar gelang welke ondergrond
 
Krimp
< 1 mm/m
 
Type granulaat
rivierzand
 
Korrelgrootte
0/2 mm
 
Cementsoort
CEM I 52.5 N
 
Cementdosering
min. 475 kg/m³ spuitmortel
 
Droge bulkdensiteit
± 1600 kg/m³
 
Densiteit na uitgeharding mortel
± 1875 kg/m³
 
Water / Poeder - factor
± 0,19
 
Water / Cement - factor
± 0,55
 
Volumieke massa nat
± 1925 kg/m³
 
Natte beton consistentie
S3 /F3
 
Debiet / Opbrengst
625 L/ton
 
Milieuklasse
X0, XC3, XD3, XS3, XF4, XA1
 
Blootstellingsklasse
1, 2, 3, 5 abcd
 
Verpakking
Betofill Thixo Wall F is verpakt in zakken van 25 kg gestapeld op euro-palletten (1200 kg/pallet) met een beschermhoes ofwel geleverd in silo.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
 
Opmerking
Het gebruik van de mortel op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur.
Classificatie
Sterkteklasse: M 15.
Milieuklasse: X0, XC3, XD3, XS3, XF4, XA1.
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 5 abcd















Voorbereiding mengsel
Betofill Thixo-Wall F mengen met 4,5 L tot 5 L schoon leidingwater voor 25 kg poeder, al naar gelang de benodigde consistentie en verwerkingsmethodiek.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut, de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel in de juiste consistentie. Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
 

 
















 

Betofill Thixo-Wall
Thixotrope betonmortel voor voegen tussen prefab vloerelementen