Voegmortels

Deze traditionele voegmortel is verkrijgbaar volgens een uitgebreid kleurenpallet en geschikt voor zowel nieuwbouw als renovatie.

Joint’in
Voegmortel voor metselwerk - M 15 volgens EN 998-2
Toepassingsgebied
Joint’in is geschikt voor het navoegen van alle metselwerk, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie/restauratie. Joint'in is geschikt voor voegbreedtes van 8 tot 12 mm.
Joint’in levert voegen tot en met voeghardheidsklasse VH35 (handmatig verdicht), VH45 (pneumatisch verdicht) volgens CUR-aanbeveling 61 (regelwetgeving in Nederland).
Joint'in is geschikt voor alle steentypes: zeer weinig zuigend tot sterk zuigend steentypes (klasses IW 1* (< 0,5 kg/m²/min), IW 2* (0,5 - 1,5 kg/m²/min), IW 3* (1,5 - 4,0 kg/m²/min) en IW 4* (> 4,0 kg/m²/min)).

*IW = initiële wateropname.
 
Samenstelling
Joint’in is een homogeen mengsel samengesteld uit cement, hersamengesteld afgezeefd zand, pigment en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren.
- Bindmiddelen: wit portlandcement CEM I 52,5 R SR 5 (PM ES / HSR) sulfaatbestendig volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand 0/2 volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de waterretentie, vochttransportweerstand en uitbloeiingsgevoeligheid van de mortel te verbeteren.
Kleur
Joint’in is verkrijgbaar in 28 standaardkleuren.
Andere kleuren zijn beschikbaar op aanvraag.
De kleur van de voeg kan lichtjes verschillen naargelang:
- de hoeveelheid aanmaakwater,
- de uitvoering,
- de weersomstandigheden gedurende het verwerken en het uitdrogen,
- het type metselsteen en hun initiële wateropname (klasse IW).
Wij raden aan een proefvlak uit te voeren alvorens te bestellen.
 
Eigenschappen
Joint’in is een droge, voorgemengde, waterwerende mortel voor het navoegen van gevelmetselwerk.
Voorbereiding ondergrond
De voegen dienen minimaal 10 mm diep rechthoekig uitgekrabd, ontdaan van losse delen en gereinigd te worden.
Het te voegen metselwerk moet vochtig zijn, zonder dat er zich een waterfilm of druppels op bevinden.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Verwerken
Het is aangeraden een test te doen op een klein deel van het metselwerk voordat men met het volledig opvoegen verder gaat.
Voor het vullen en afwerken van de voegen, een schoon voegijzer gebruiken.
Bij het opvullen van de voegen wordt de mortel stevig aangedrukt.
Het gevoegde metselwerk wordt afgeborsteld en ontstoft.
Na het voegen het metselwerk benevelen.
Tijdens het voegen mogen de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C.
Nabehandeling
Het verse voegwerk moet door het afdekken met een beschermfolie worden beschermd tegen slagregen, of te snel uitdrogen t.g.v. wind en door overmatig zonlicht.
De voegwerken dienen binnen een periode van 24 uur na aanbrengen te worden bevochtigd.
Het gereedschap na gebruik direct reinigen met schoon leidingwater.
Verbruik
± 7 kg/m² voor een metselwerk van 190 (l) x 90 (b) x 65 (h) mm of een waalformaat van 210 (l) x 100 (b) x 50 (h) mm, met een voegdikte van 10 mm.

Rendement:
- ± 550 L specie / ton droge mortel.
- ± 14 L specie / 25 kg droge mortel.
- ± 5,5 L specie / 10 kg droge mortel.
- ± 2,8 L specie / 5 kg droge mortel.
 
Technische kenmerken
Sterkteklasse
M 15
 
Druksterkte na 28 dagen
> 15,0 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/2 mm
 
Waterbehoefte
± 9 %
 
Debiet / Opbrengst
± 550 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 1900 kg/m³
 
Voegsterkteklasse (regelwetgeving in Nederland)
VH 35 (handmatig verdicht), VH 45 (pneumatisch verdicht)
 
Verpakking
Joint’in is verpakt in:
- transparente emmers van 5 kg (4 x 5 kg per doos; 540 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in plastic zakken van 10 kg (2 x 10 kg per doos; 540 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in hybride zakken van 25 kg op europalletten van 1200 kg met een beschermhoes.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.






Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst voor voegwerken en dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichting van het WTCB (TV 208) in België en de voorschriften van de technische fiche.






Classificatie
Joint'in is een voegmortel van de sterkteklasse M 15 volgens EN 998-2.
CE-certificaat: 0965-CPR-MM 505.
Joint’in is overeenkomstig aan de norm NF DTU 20.1 (regelwetgeving in Frankrijk).
De samenstelling van Joint’in beantwoordt aan de voorschriften van de CUR-aanbeveling 61 (regelwetgeving in Nederland) en de Technische Voorlichting 208 van het WTCB (België).
Voorbereiding mengsel
Joint’in vermengen met ongeveer 9 % zuiver water (ongeveer 0,45 L per emmer van 5 kg, 0,90 L per plastic zak van 10 kg, 2,25 L per papieren zak van 25 kg) gedurende minstens 4 min., bij voorkeur met een dwangmenger of een aangepast mengsysteem, tot een homogeen en klontervrij mengsel bekomen is.
Na aanmaak van het mengsel, de voegmortel binnen de 2 uur verwerken (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van de binding mag de mortel niet meer hermengd en aangelengd worden.






Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar het meest recente veiligheidsinformatieblad. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 


 

Joint'in P
Plastisch voegmortel voor metselwerk en steenstrips op o.a. ETICS systemen - M 20 volgens EN 998-2
Toepassingsgebied
Joint’in P is geschikt voor het plastisch navoegen van alle metselwerk, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie/restauratie. Joint'in P is geschikt voor voegbreedtes van 8 tot 20 mm.
Joint’in P is bijzonder geschikt voor het plastisch navoegen van o.a. steenstrips op gevelisolatiesystemen.
Joint'in P is geschikt voor alle steentypes: zeer weinig zuigend tot sterk zuigend steentypes (klasses IW 1* (< 0,5 kg/m²/min), IW 2* (0,5 - 1,5 kg/m²/min), IW 3* (1,5 - 4,0 kg/m²/min) en IW 4* (> 4,0 kg/m²/min)).

*IW = initiële wateropname.

Raadpleeg NF DTU 20.1.
Samenstelling
Joint’in P is een homogeen mengsel samengesteld uit cement, hersamengesteld afgezeefd zand, pigment en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren.
-Bindmiddelen: wit portlandcement CEM I 52,5 R SR 5 (PM ES / HSR) sulfaatbestendig volgens EN 197-1.
-Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand 0/2 volgens EN 13139.
-Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de verharding, de waterretentie, vochttransportweerstand en uitbloeiingsgevoeligheid van de mortel te verbeteren.
Kleur
Joint’in P is verkrijgbaar in 12 standaardkleuren:

- 2002 extra wit
- 2139 zandwit
- 2001 wit
- 2022 lichtbeige
- 2772 zilvergrijs
- 2011 lichtgrijs
- 2012 middelgrijs
- 2755 kiezelgrijs
- 2013 donkergrijs
- 2025 anthraciet
- 2682 bruin
- 2634 mangaan

Andere kleuren zijn beschikbaar op aanvraag.
De kleur van de voeg kan lichtjes verschillen naargelang:
- de hoeveelheid aanmaakwater,
- de uitvoering,
- de weersomstandigheden gedurende het verwerken en het uitdrogen,
- het type metselsteen en hun initiële wateropname (klasse IW).
Wij raden aan een proefvlak uit te voeren alvorens te bestellen.
Eigenschappen
Joint’in P is een droge, voorgemengde waterwerende mortel voor het plastisch navoegen van gevelmetselwerk.
Voorbereiding ondergrond
Bij regulier metselwerk dienen de voegen minimaal 10 mm diep rechthoekig uitgekrabd, ontdaan van losse delen en gereinigd te worden.
De voegdiepte is bij voorkeur 1 à 1,5 maal de voegbreedte.
Het te voegen metselwerk moet vochtig zijn, zonder dat er zich een waterfilm of druppels op bevinden.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
 
Verwerken
Het is aangeraden een test te doen op een klein deel van het metselwerk voordat men met het volledig opvoegen verder gaat.
De voegen kunnen opgevuld worden door de Joint'in P te verwerken met een spuitzak, geschikte hervulbare handpomp, of machinaal met een wormpomp met klein debiet.
De voegen na begin "binding/verharding" gladstrijken met een schoon voegijzer.
Het gevoegde metselwerk wordt afgeborsteld en ontstoft.
Na het voegen het metselwerk benevelen.
Tijdens het voegen mogen de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C.
Nabehandeling
Bij warm en winderige weersomstandigheden dienen de voegwerken binnen een periode van 24 uur na aanbrengen te worden beschermd dan wel bevochtigd.
Het verse voegwerk moet door het afdekken met een beschermfolie worden beschermd tegen slagregen, of te snel uitdrogen t.g.v. wind en door overmatig zonlicht.
Het gereedschap na gebruik direct reinigen met schoon leidingwater.
 
Verbruik
± 7 kg/m² voor een metselwerk van 190 (l) x 90 (b) x 65 (h) mm of een waalformaat van 210 (l) x 100 (b) x 50 (h) mm, met een voegdikte van 10 mm.

Rendement:

± 575 L specie / ton droge mortel.
± 14 L specie / 25 kg droge mortel.
 
Technische kenmerken
Sterkteklasse
M 20
 
Druksterkte na 7 dagen
> 15,0 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 20,0 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/2 mm
 
Waterbehoefte
± 16 %
 
Debiet / Opbrengst
± 575 L/ton
 
Volumemassa plastische mortel
± 1900 kg/m³
 
Volumemassa verharde mortel
± 1800 kg/m³
 
Verpakking
Joint’in P is verpakt in hybride zakken van 25 kg op europalletten van 1200 kg met een beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.





Opmerking
-Bij voorkeur minimum 3 weken wachten na het uitvoeren van de metselwerken, vooraleer de voegwerken aan te vangen.
-De vorm van de voeg mag de afvoer van het regenwater niet verhinderen.
-Voeg steeds per volledig vlak en respecteer de waterdosering om kleurnuances te vermijden.
-Uitbloeiingen worden veroorzaakt door vele factoren die elkaar onderling kunnen beïnvloeden tijdens het drogingsproces van de voegmortel. Het water dat voor het mengsel wordt gebruikt is daar één van en wordt een schadelijke factor als er te veel van wordt gebruikt, of als de verschillende mengsels worden voorbereid met verschillende hoeveelheden water. De droogtijd bepaalt ook in belangrijke mate de kleurtoon, omdat deze wordt beïnvloed door de temperatuur en luchtvochtigheid, het restvocht in de ondergrond en het type ondergrond spelen hier eveneens een mogelijke rol.
-Reinigen van de gevoegde gevel met een hoge drukreiniger is niet aanbevolen.
Classificatie
Joint'in P is een voegmortel van de sterkteklasse M 20 volgens de norm EN 998-2.
CE-certificaat: 0965-CPR-MM 505.
Joint’in P overeenkomstig aan de norm NF DTU 20.1 (regelwetgeving in Frankrijk).
De samenstelling van Joint’in P beantwoordt aan de voorschriften van de CUR-aanbeveling 61 (regelwetgeving in Nederland) en de Technische Voorlichting 208 van het WTCB (België).
 
Voorbereiding mengsel
Joint’in P vermengen met ongeveer 16 % zuiver water (ongeveer 4,0 L per zak van 25 kg) gedurende minstens 4 minuten, bij voorkeur met een dwangmenger of een aangepast mengsysteem mengen, tot een homogeen plastisch klontvrij mengel bekomen is.
Na aanmaak van het mengsel, de voegmortel binnen 1 uur verwerken (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van de binding mag de mortel niet meer hermengd en aangelengd worden.
 

 


 

Joint'in S
Voegmortel voor metselwerk met superfijne korrels - M 15 volgens EN 998-2
Toepassingsgebied
Joint’in S is geschikt voor het navoegen van alle metselwerk, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie/restauratie. Joint'in is geschikt voor voegbreedtes van 8 tot 12 mm.
Joint’in S levert voegen tot en met voeghardheidsklasse VH35 (handmatig verdicht), VH45 (pneumatisch verdicht) volgens CUR-aanbeveling 61 (regelwetgeving in Nederland).
Joint'in S is geschikt voor alle steentypes: zeer weinig zuigend tot sterk zuigend steentypes (klasses IW 1* (< 0,5 kg/m²/min), IW 2* (0,5 - 1,5 kg/m²/min), IW 3* (1,5 - 4,0 kg/m²/min) en IW 4* (> 4,0 kg/m²/min)).

*IW = initiële wateropname.
Samenstelling
Joint’in S is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren.
- Bindmiddelen: wit portlandcement CEM I 52,5 R SR 5 (PM ES / HSR) sulfaatbestendig volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de waterretentie en vochttransportweerstand van de mortel te verbeteren.
Kleur
Joint’in S is verkrijgbaar in 28 standaardkleuren.
Andere kleuren zijn beschikbaar op aanvraag.
De kleur van de voeg kan lichtjes verschillen naargelang:
- de hoeveelheid aanmaakwater,
- de uitvoering,
- de weersomstandigheden gedurende het verwerken en het uitdrogen,
- het type metselsteen en hun initiële wateropname (klasse IW).
Wij raden aan een proefvlak uit te voeren alvorens te bestellen. .


Eigenschappen
Joint’in S is een droge voorgemengde waterwerende mortel voor het navoegen van gevelmetselwerk.


Voorbereiding ondergrond
De voegen dienen minimaal 10 mm diep rechthoekig uitgekrabd, ontdaan van losse delen en gereinigd te worden.
Het te voegen metselwerk moet vochtig zijn, zonder dat er zich een waterfilm of druppels op bevinden.
Tijdens het voegen mag de omgevingstemperatuur niet lager zijn dan 5°C en niet hoger dan 30°C.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
De voegwerken dienen binnen een periode van 24 uur na aanbrengen te worden bevochtigd.
Nabehandeling: het verse voegwerk moet door het afdekken met een plasticfolie worden beschermd tegen slagregen, of te snel uitdrogen t.g.v. wind en zonnestraling.
Verwerken
Het is aangeraden een test te doen op een klein deel van het metselwerk voordat men met het volledig opvoegen verder gaat.
Voor het vullen en afwerken van de voegen, een schoon voegijzer gebruiken.
Bij het opvullen van de voegen wordt de mortel stevig aangedrukt.
Het gevoegde metselwerk wordt afgeborsteld en ontstoft.
Na het voegen het metselwerk benevelen.
Tijdens het voegen mogen de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C.
De kleur van de voeg kan lichtjes verschillen naargelang de hoeveelheid aanmaakwater, de uitvoering en de weersomstandigheden gedurende het drogen.


Nabehandeling
Het verse voegwerk moet door het afdekken met een beschermfolie worden beschermd tegen slagregen, of te snel uitdrogen t.g.v. wind en door overmatig zonlicht.
De voegwerken dienen binnen een periode van 24 uur na aanbrengen te worden bevochtigd.
Het gereedschap na gebruik direct reinigen met schoon leidingwater.
Verbruik
± 7 kg/m² voor een metselwerk van 190 (l) x 90 (b) x 65 (h) mm of een waalformaat van 210 (l) x 100 (b) x 50 (h) mm, met een voegdikte van 10 mm.

Rendement:
- ± 550 L specie / ton droge mortel.
- ± 14 L specie / 25 kg droge mortel.


Technische kenmerken
Sterkteklasse
M 15
 
Gem. druksterkte na 28 dagen
≥ 15,0 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/0,71 mm
 
Waterbehoefte
± 10 %
 
Debiet / opbrengst
± 550 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 2000 kg/m³
 
Voegsterkteklasse
VH 35 (handmatig verdicht), VH 45 (pneumatisch verdicht)
 
Voorbereiding mengsel
Joint’in S vermengen met ongeveer 10 % zuiver water (2,5 L per zak van 25 kg), gedurende minstens 4 min., bij voorkeur met een dwangmenger of een aangepast mengsysteem, tot een homogeen en klontervrij mengsel bekomen is.
Na aanmaak van het mengsel, de voegmortel binnen de 2 uur verwerken (bij een temperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van de binding mag de mortel niet meer hermengd en aangelengd worden.






Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar het meest recente veiligheidsinformatieblad. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.