Betonreparatiemortels

De reparatiemortel herstelt scheuren en onregelmatigheden in muren en vloeren, zowel binnen als buiten.

Betoreno® 3-in-1
All-in-1 betonreparatiemortel (wapeningsbeschermer, hechtlaag en herstelmortel) - conform EN 1504-7 en EN 1504-3, klasse R2
Veiligheidsrichtlijnen
Betoreno® 3-in-1 bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 

 


 

Betoreno® CA402
Polymeer gemodificeerde betonreparatiemortel voor structurele rioolherstellingen - 0/2 mm, klasse R4
Toepassingsgebied
Betoreno® CA402 kan worden toegepast voor het repareren van beschadigingen, het herstellen van betonondergronden specifiek in rioleringen, zoals herstellingen van rioolputten, toegangsschachten, rioleringsbuizen, regen-, afval-, spoelwaterbassins die worden blootgesteld aan sterk chemische, agressief en verontreinigd water.
Te gebruiken op vloer- en/of wandoppervlakken, als ook boven het hoofd, binnen en buiten.
Betoreno® CA402 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar zware fysische en/of milieubelasting plaatsvindt.
 
Samenstelling
Betoreno® CA402 is een fabrieksmatig geproduceerde, gebruiksklare, droge, polymeer gemodificeerde cementmortel op minerale basis.
Het is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaten: afgezeefd en hersamengesteld zand 0/2 volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de waterretentie, de hechting, carbonatiseringsweerstand e.d. van de mortel te verbeteren.


Eigenschappen
Betoreno® CA402 is geschikt voor betonreparatie in structurele en niet-structurele toepassingen.
Betoreno® CA402 is een polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende betonreparatiemortel met een zeer hoge chemische bestendigheid.
Betoreno® CA402 heeft een hoge bestendigheid tegen sulfaat- en ammoniakbelasting.
Betoreno® CA402 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® CA402 is corrosieremmend en in hoge mate verzepingsbestendig.
Betoreno® CA402 is geschikt om manueel te verwerken of te verspuiten, heeft een bijzonder eenvoudige verwerking en een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd.
Voorbereiding ondergrond
De ondergrond moet schoon, vast, stofvrij en belastbaar zijn en vrij van oliën, vetten of andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. De ondergrond indien nodig mechanisch opruwen bijvoorbeeld borstelen, frezen of staalstralen. Blootgelegd wapeningsstaal ontroesten en volledig met een corrosiebescherming b.v. Betoreno® HB001 behandelen. De ondergrond dient over voldoende aanhechtsterkte te beschikken (>1,5 N/mm²) en de draagkracht van de ondergrond dient gewaarborgd te zijn.
De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen. Op de nog enigszins vochtige, gedroogde ondergrond wordt een dunnere consistentie Betoreno® CA402 met een bezem of borstel aangebracht als hechtbrug over het hele oppervlak van de betonondergrond alvorens nat in nat Betoreno® CA402 aan te brengen. Bij machinale verwerking als natspuitmortel is een hechtbrug niet noodzakelijk. Voor wat betreft de ondergrondbeoordeling moeten de hiervoor geldende normen en voorschriften in acht worden genomen.


Verwerken
Ca. 2/3 van de benodigde hoeveelheid schoon leidingwater (ca. 2,75 - 3,25 liter water per en zak van 25 kg) wordt in een mortelkuip of mengmachine gevuld. Betoreno® CA402 langzaam toevoegen en met een geschikte menger op laag toerental ca. 3 minuten mengen. Vervolgens het resterende deel van het aanmaakwater toevoegen en nog eens ca. 2 minuten mengen tot een homogene en klontvrije mortel onstaat. Betoreno® CA402 nat in nat aanbrengen op de reeds aangebrachte hechtbrug met een minimale laagdikte van ca. 6 mm. Bij reparaties van vloeren, wanden of plafonds over het gehele oppervlak bedraagt de maximale aanbrengdikte 40 mm. Bij deelreparaties is plaatselijk een maximale laagdikte van 50 mm toegestaan. Het oppervlak na verdichten gladstrijken dan wel licht opruwen.
Na beëindiging van de werkzaamheden het meng- en overige gereedschap meteen leeggieten en reinigen.
Belangrijk: alleen verwerken bij temperaturen van 5 °C tot 30 °C. Vermengen met bindmiddelen en toevoegingen is niet toegestaan.

 


Nabehandeling
De vers aangebrachte fijne mortel beschermen tegen regen of te snelle uitdroging (hitte en tocht) (gebruik maken van folie, vochtige jutezakken, enz.). Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.
 


Verbruik
± 525 L specie/ ton droge mortel.
± 13 L specie/ 25 kg droge mortel.
1,9 kg droge mortel per mm/m².


Technische kenmerken
Verwerkingsduur
20 °C ca. 45 minuten
 
Wachttijd voor verdere afwerking
na ca. 12 uur, afhankelijk van temperatuur
 
Hechtsterkte na 7 dagen
> 2,0 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 2,3 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 1 dag
> 4,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 7 dagen
> 7,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
> 9,0 N/mm²
 
Druksterkte na 1 dag
> 20 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 40 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 55 N/mm²
 
Waterbehoefte
12 %
 
Korrelgrootte
0-2 mm
 
Natte densiteit
ca. 2120 kg/m³
 
Statische E-Modulus
ca. 20.000 N/mm² na 28 dagen
 
Brandweerstand
klasse A1 volgens EN 13501
 
Milieuklasse EN 206-1
X0,XC4,XF4,XS3,XA3,XD3,XM1
 


Verpakking
Betoreno® CA402 is verpakt in zakken van 25 kg op euro-palletten (1000 kg/pallet). De houdbaarheidsduur in de originele en gesloten verpakking bedraagt bij droge opslag 12 maanden.


Opmerking
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.


Classificatie
PCC betonreparatiemortel R4 volgens EN 1504-3.
Certificaatnr. : 0921-CPR-2177.
Cementdekvloermortel CT-C60-F7 volgens EN 13813.
 
 

 

 






 

Betoreno® HP700
Natspuitmortel voor niet-structurele betonherstellingen - 0/4 mm, klasse R2
Toepassingsgebied
Betoreno® HP700 kan worden toegepast voor het realiseren van o.a. de volgende werken:
- Verstevigen en herstellen van betonelementen b.v. na brand of aantasting.
- Het vernieuwen van de wapeningsdekking.
- Bekleding en bescherming van rioleringsnetwerken (riolen, gangen, buizen, tanks, zuiveringsstations, enz.),
- Herstelling van gewelven, betonwanden, galerijen en tunnels.
- Het opspuiten van voegen.
Betoreno® HP700 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar gemiddelde tot zware mileubelasting, plaatsvindt.
Betoreno® HP700 is een spuitmortel die verwerkt dient te worden volgens de "natte" methode of manueel.
Samenstelling
Betoreno® HP700 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: Portlandcement CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES) volgens EN 197-1.
- Granulaat: gecalibreerd rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de stabiliteit, de thixotropie en de verpompbaarheid van het spuitbeton te verbeteren.
Specifieke toevoegingen zoals microsilica, polypropyleen-, glas-, staalvezels of andere additieven zijn per projekt op aanvraag mogelijk.
Eigenschappen
Betoreno® HP700 is geschikt voor betonreparatie in niet-structurele toepassingen.
Betoreno® HP700 is een droge, voorgemengde, polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende, vorst- en strooizoutbestendige betonreparatiemortel.
Betoreno® HP700 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® HP700 is geschikt om manueel te verwerken of om te verspuiten, heeft een bijzonder eenvoudige verwerking en een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd.
De gebruiksklare mortel wordt in silo’s, of zakgoed (receptuurafhankelijk) op de werf gebracht en ter plaatse gemengd met water in een dwangmenger (zakgoed) of doorstroommenger (silo) gecombineerd met een pompinrichting (met een wormpomp, bij voorkeur met een beton(piston) pomp) en vervolgens in de gewenste hoeveelheid en consistentie gespoten volgens de "natte methode" of manueel toegepast.
 
Voorbereiding ondergrond
Als ondergronden zijn geschikt: betonoppervlakken en alle cementgebonden ondergronden mits voldoende voorbereid om een goede hechting te verkrijgen. De ondergronden moeten zuiver zijn, vrij van oliën, vet, verfresten en andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. Gladde en sterk verdichte, niet-zuigende oppervlakken zoals glad beton opruwen (bv. zandstralen). Na opruwen de ondergrond ontstoffen. Blootgelegd wapeningsstaal ontroesten en volledig met een corrosiebescherming Betoreno® HB001 behandelen. De ondergrond dient over voldoende aanhechtsterkte te beschikken (>1,5 N/mm²) en de draagkracht van de ondergrond dient gewaarborgd te zijn. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen. Bij twijfel aangaande het verkrijgen van de vereiste hechtsterkte dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd.
Verwerken
Verwerking vindt plaats volgens de "natte spuitmethode" of manueel met de geschikte consistentie bij temperaturen tussen 5 °C en 30 °C. Lage temperaturen beïnvloeden het verhardingsproces negatief. Het gebruik van de spuitmortel op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur. De minimale laagdikte in een arbeidsgang bedraagt 15 mm. Dikkere lagen dienen in meerdere lagen te worden aangebracht en kunnen door toepassing van speciale additieven eventueel worden bijgestuurd, o.a. afhankelijk van de project- en werkomstandigheden. Het gespoten oppervlak kan ruw blijven staan (ter opname van een volgende laag) dan wel worden geschuurd, kort voor algehele verharding, afhankelijk van o.a. de ondergrond en verwerkingstemperatuur.
Nabehandeling
De vers aangebrachte fijne mortel beschermen tegen koude, regen, wind, hitte boven 30 °C en tocht (b.v. : gebruik maken van folie, vochtige jutezakken, enz.).
Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen. 
Verbruik
Ca. 550 L specie / ton droge mortel.
Ca. 14 L specie / 25 kg droge mortel.
Technische kenmerken
Type granulaat
rivierzand
 
Korrelgrootte
0/4 mm
 
Cementsoort
CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES)
 
Cementdosering
min. 525 kg/m³ spuitmortel
 
Droge bulkdensiteit
± 1 750 kg/m³
 
Water / Poeder – factor
± 0,14
 
Water / Cement – factor
± 0,45
 
Waterabsorptie volgens NBN B-15­215
6­ tot 8 % al naar gelang verdichting
 
Consistentie
S3/F3
 
Volumieke massa nat
± 2025 kg/m³
 
Druksterkte na 7 dagen
> 30 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 40 N/mm²
 
Buig­/Treksterkte na 28 dagen
> 5 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 1,0 N/mm² al naar gelang ondergrond (beton)
 
Krimp
< 1 mm/m
 
Verpakking
Betoreno® HP700 kan geleverd worden in silo's, in bigbags of in zakken van 25 kg gestapeld op euro-palletten (1200 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidsduur in de originele en gesloten verpakking bedraagt bij droge opslag 12 maanden.
Opmerking
Het gebruik van Betoreno® HP700 op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.
 













Classificatie
Sterkteklasse: C30/37 volgens EN 206-1.
Herstelmortel klasse R2 volgens EN 1504-3.
Milieuklasse: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA3.
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5abcd.
Slijtweerstandsklasse volgens test labo Compagnie National du Rhône, CNR : ongeveer 2,5 na 28 dagen.
 

 

 










 

Betoreno® RB202
Polymeer gemodificeerde betonreparatiemortel voor niet-structurele herstellingen - 0/2 mm, klasse R2
Betoreno® RB204
Polymeer gemodificeerde betonreparatiemortel voor niet-structurele herstellingen - 0/4 mm, klasse R2
Toepassingsgebied
Betoreno® RB204 kan worden toegepast voor het repareren van beschadigingen, het herstellen van betonondergronden of andere cementgebonden ondergronden zoals cementchapes en pleisterwerk van mortelklasse CS IV. Te gebruiken op vloer- en/of wandoppervlakken, alsook boven het hoofd, binnen en buiten.
Betoreno® RB204 is o.a. geschikt voor toepassing van betonreparatie van kleinere niet-structurele herstellingen aan b.v. balkons, traptreden en betonelementen.
Betoreno® RB204 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar matige tot gemiddelde fysische belasting, plaatsvindt.
 
Samenstelling
Betoreno® RB204 is een fabrieksmatig geproduceerde, gebruiksklare, droge, polymeer gemodificeerde cementmortel op minerale basis. Het is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaten: afgezeefd en hersamengesteld zand 0/4 volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de waterretentie, de hechting, carbonatiseringsweerstand e.d. van de mortel te verbeteren.


Eigenschappen
Betoreno® RB204 is geschikt voor betonreparatie in niet-structurele toepassingen.
Betoreno® RB204 is een polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende, vorst- en strooizoutbestendige, waterdampdoorlatende betonreparatie- en egalisatiemortel.
Betoreno® RB204 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® RB204 is corrosieremmend en verzepingsbestendig.
Betoreno® RB204 is geschikt om manueel te verwerken en heeft een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd.
 
Voorbereiding ondergrond
De ondergrond moet schoon, vast, stofvrij en belastbaar zijn en vrij van oliën, vetten of andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. De ondergrond indien nodig mechanisch opruwen bijvoorbeeld borstelen, frezen of staalstralen. Blootgelegd wapeningsstaal ontroesten en volledig met een corrosiebescherming b.v. Betoreno® HB001 behandelen.
De ondergrond dient over voldoende aanhechtsterkte te beschikken (>1,5 N/mm²) en de draagkracht van de ondergrond dient gewaarborgd te zijn. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen. Op de nog enigszins vochtige, gedroogde ondergrond wordt eventueel een hechtbrug Betoreno® HB001 met een kwast of borstel aangebracht over het hele oppervlak van de betonondergrond alvorens nat in nat Betoreno® RB204 aan te brengen. Eventueel kan een dunnere consistentie van Betoreno® RB204 gebruikt worden als aanbrand/hechtlaag door deze in te borstellen op de ondergrond. Voor wat betreft de ondergrondbeoordeling moeten de hiervoor geldende normen en voorschriften in acht worden genomen.


Verwerken
Ca. 2/3 van de benodigde hoeveelheid schoon leidingwater (ca. 2,0-2,5 liter water per zak van 25 kg) wordt in een mortelkuip of mengmachine gevuld. Betoreno® RB204 langzaam toevoegen en met een geschikte menger op laag toerental ca. 3 minuten mengen. Vervolgens het resterende deel van het aanmaakwater toevoegen en nog eens ca. 2 minuten mengen tot een homogene massa zodat een klontvrije homogene mortel ontstaat. Betoreno® RB204 "nat in nat" aanbrengen op de reeds aangebrachte hechtbrug met een minimale laagdikte van ca. 12 mm. Bij reparaties van vloeren, wanden of plafonds over het gehele oppervlak bedraagt de maximale aanbrengdikte 30 mm. Bij deelreparaties is plaatselijk een maximale laagdikte van 50 mm toegestaan. Het oppervlak na verdichten gladstrijken dan wel licht opruwen. Om een zeer glad oppervlak te krijgen, is na uitharding van de mortel nabehandeling met Betoreno® FS301 (plamuur) mogelijk. In dat geval wordt de van tevoren aangebrachte mortel licht opgeruwd. Na beëindiging van de werkzaamheden het meng- en overige gereedschap meteen leeggieten en reinigen.
Belangrijk: alleen verwerken bij temperaturen van 5 °C tot 30 °C. Vermengen met bindmiddelen en toevoegingen is niet toegestaan.

 
Nabehandeling
De vers aangebrachte fijne mortel beschermen tegen regen of te snelle uitdroging (hitte en tocht) (gebruik maken van folie, vochtige jute zakken, enz.). Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.
 
Verbruik
± 525 L specie / ton droge mortel.
± 13 L specie / 25 kg droge mortel.
Ca. 2,0 kg droge mortel per mm/m².
Technische kenmerken
Verwerkingsduur
20 °C ca. 60 minuten
 
Wachttijd voor verdere afwerking
na ca. 24 uur, afhankelijk van de temperatuur
 
Hechtsterkte na 7 dagen
> 0,8 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 1,3 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 1 dag
> 4,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 7 dagen
> 5,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
> 7,0 N/mm²
 
Druksterkte na 1 dag
> 20 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 40 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 50 N/mm²
 
Waterbehoefte
9 %
 
Korrelgrootte
0-4 mm
 
Natte densiteit
ca. 2150 kg/m³
 
Statische E-Modulus
ca 20.000 N/mm² na 28 dagen
 
Brandweerstand
Klasse A1 volgens EN 13501
 
Milieuklasse EN 206-1
X0,XC4,XF2,XS1,XA1,XD3
 


Verpakking
Betoreno® RB204 is verpakt in zakken van 25 kg op euro-palletten (1000 kg/pallet). De houdbaarheidsduur in de originele en gesloten verpakking bedraagt bij droge opslag 12 maanden.


Opmerking
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.
 
 

 

 







 

Betoreno® RB404
Polymeer gemodificeerde betonreparatiemortel voor structurele herstellingen - 0/4 mm, klasse R4
Toepassingsgebied
Betoreno® RB404 kan worden toegepast voor het repareren van beschadigingen, het herstellen van betonondergronden of andere cementgebonden ondergronden. Te gebruiken op vloer- en/of wandoppervlakken, alsook boven het hoofd, binnen en buiten.
Betoreno® RB404 is o.a. geschikt voor toepassing van structurele betonreparatie van o.a. bruggen, tunnels, industriële vloeren of rioleringen.
Betoreno® RB404 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar gemiddelde tot zware fysische en/of mileubelasting, plaatsvindt.
 
Samenstelling
Betoreno® RB404 is een fabrieksmatig geproduceerde, gebruiksklare, droge, polymeer gemodificeerde cementmortel op minerale basis.
Het is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaten: afgezeefd en hersamengesteld zand 0/4 volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de waterretentie, de hechting, carbonatiseringsweerstand e.d. van de mortel te verbeteren.
Eigenschappen
Betoreno® RB404 is geschikt voor betonreparatie in structurele en niet-structurele toepassingen.
Betoreno® RB404 is een polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende, vorst- en strooizoutbestendige, waterdampdoorlatende betonreparatie- en egalisatiemortel.
Betoreno® RB404 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® RB404 is corrosieremmend en in hoge mate verzepingsbestendig.
Betoreno® RB404 is geschikt om manueel te verwerken of om te verspuiten, heeft een bijzonder eenvoudige verwerking en een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd.
 
Voorbereiding ondergrond
De ondergrond moet schoon, vast, stofvrij en belastbaar zijn en vrij van oliën, vetten of andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. De ondergrond indien nodig mechanisch opruwen bijvoorbeeld borstelen, frezen of staalstralen. Blootgelegd wapeningsstaal ontroesten en volledig met een corrosiebescherming Betoreno® HB001 behandelen. De ondergrond dient over voldoende aanhechtsterkte te beschikken (>1,5 N/mm²) en de draagkracht van de ondergrond dient gewaarborgd te zijn. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen. Op de nog enigszins vochtige, gedroogde ondergrond wordt een hechtbrug b.v. Betoreno® HB001 met een kwast of borstel aangebracht over het hele oppervlak van de betonondergrond alvorens "nat in nat" Betoreno® RB404 aan te brengen. Voor wat betreft de ondergrondbeoordeling moeten de hiervoor geldende normen en voorschriften in acht worden genomen.
Verwerken
Ca. 2/3 van de benodigde hoeveelheid schoon leidingwater (ca. 2,75-3,0 liter water per zak van 25 kg) wordt in een mortelkuip of mengmachine gevuld. Betoreno® RB404 langzaam toevoegen en met een geschikte menger op laag toerental ca. 3 minuten mengen. Vervolgens het resterende deel van het aanmaakwater toevoegen en nog eens ca. 2 minuten mengen tot een homogene massa zodat een klontvrije homogene mortel onstaat. Betoreno® RB404 nat in nat aanbrengen op de reeds aangebrachte hechtbrug met een minimale laagdikte van ca. 10 mm. Bij reparaties van vloeren, wanden of plafonds over het gehele oppervlak bedraagt de maximale aanbrengdikte 30 mm. Bij deelreparaties is plaatselijk een maximale laagdikte van 40 mm toegestaan. Het oppervlak na verdichten gladstrijken dan wel licht opruwen. Om een zeer glad oppervlak te krijgen, is na uitharding van de mortel nabehandeling met Betoreno® FS301 (plamuur) mogelijk. In dat geval wordt de van tevoren aangebrachte mortel licht opgeruwd. Na beëindiging van de werkzaamheden het meng- en overige gereedschap meteen leeggieten en reinigen.
Belangrijk: alleen verwerken bij temperaturen van 5 °C tot 30 °C. Vermengen met bindmiddelen en toevoegingen is niet toegestaan.

 
Nabehandeling
De vers aangebrachte fijne mortel beschermen tegen regen of te snelle uitdroging (hitte en tocht) (gebruik maken van folie, vochtige jutezakken, enz.). Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.
 
Verbruik
± 525 L specie / ton droge mortel.
± 13 L specie / 25 kg droge mortel.
Ca. 1,9 kg droge mortel per mm/m².
Technische kenmerken
Verwerkingsduur
20 °C ca. 60 minuten
 
Wachttijd voor verdere afwerking
na ca. 12 uur, afhankelijk van temperatuur
 
Hechtsterkte na 7 dagen
> 2,0 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 2,3 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 1 dag
> 4,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 7 dagen
> 6,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
> 8,0 N/mm²
 
Druksterkte na 1 dag
> 25 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 50 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 65 N/mm²
 
Waterbehoefte
11,5 %
 
Korrelgrootte
0-4 mm
 
Natte densiteit
ca. 2150 kg/m³
 
Statische E-Modulus
ca. 20.000 N/mm² na 28 dagen
 
Brandweerstand
Klasse A1 volgens EN 13501
 
Milieuklasse EN 206-1
X0,XC4,XF3,XS3,XA2,XD3,XM1
 
Verpakking
Betoreno® RB404 is verpakt in zakken van 25 kg op euro-palletten (1000 kg/pallet). De houdbaarheidsduur in de originele en gesloten verpakking bedraagt bij droge opslag 12 maanden.
Opmerking
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.
 











Classificatie
PCC betonreparatiemortel R4 volgens EN 1504-3.
Certificaatnr. : 0921-CPR-2177.
Cementdekvloermortel CT-C60-F10 volgens EN 13813.

 
 

 

 








 

Betoreno® SP500
Natspuitmortel voor niet-structurele betonherstellingen - 0/4 mm, klasse R2 - C15/20
Toepassingsgebied
Betoreno® SP500 kan worden toegepast voor het realiseren van o.a. de volgende werken:
- Verstevigen en herstellen van betonelementen b.v. na brand of aantasting.
- Het vernieuwen van de wapeningsdekking.
- Bekleding en bescherming van rioleringsnetwerken (riolen, gangen, buizen, tanks, zuiveringsstations, enz.).
- Herstelling van gewelven, betonwanden, galerijen en tunnels.
- Het opspuiten van voegen.
Betoreno® SP500 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar gemiddelde tot zware mileubelasting, plaatsvindt.
Betoreno® SP500 is een spuitmortel die verwerkt dient te worden volgens de "natte" methode of manueel.
Samenstelling
Betoreno® SP500 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: Portlandcement CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES) volgens EN 197-1.
- Granulaat: gecalibreerd rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de stabiliteit, de thixotropie en de verpompbaarheid van het spuitbeton te verbeteren.
Specifieke toevoegingen zoals microsilica, polypropyleen-, glas-, staalvezels of andere additieven zijn per project op aanvraag mogelijk.
Eigenschappen
Betoreno® SP500 is geschikt voor betonreparatie in niet structurele toepassingen.
Betoreno® SP500 is een polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende, vorst- en strooizoutbestendige betonreparatiemortel.
Betoreno® SP500 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® SP500 is geschikt om manueel te verwerken of om te verspuiten, heeft een bijzonder eenvoudige verwerking en een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd. Betoreno® SP500 is een droge voorgemengde mortel. De gebruiksklare mortel wordt in silo’s, of zakgoed (receptuurafhankelijk) op de werf gebracht en ter plaatse gemengd met water in een dwangmenger (zakgoed) of doorstroommenger (silo) gecombineerd met een pompinrichting (met een wormpomp, bij voorkeur met een beton - / pistonpomp) en vervolgens in de gewenste hoeveelheid en consistentie gespoten volgens de "natte methode" of manueel toegepast.
 
Voorbereiding ondergrond
Als ondergronden zijn geschikt: betonoppervlakken en alle cementgebonden ondergronden mits voldoende voorbereid om een goede hechting te verkrijgen. De ondergronden moeten zuiver zijn, vrij van oliën, vet, verfresten en andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. Gladde en sterk verdichte, niet-zuigende oppervlakken zoals glad beton opruwen (bv. zandstralen). Na opruwen de ondergrond ontstoffen. Blootgelegd wapeningsstaal ontroesten en volledig met een corrosiebescherming Betoreno® HB001 behandelen. De ondergrond dient over voldoende aanhechtsterkte te beschikken (>1,5 N/mm²) en de draagkracht van de ondergrond dient gewaarborgd te zijn. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen. Bij twijfel aangaande het verkrijgen van de vereiste hechtsterkte dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd.
Verwerken
Verwerking vindt plaats volgens de "natte spuitmethode" of manueel met de geschikte consistentie bij temperaturen tussen 5 °C en 30 °C. Lage temperaturen beïnvloeden het verhardingsproces negatief. Het gebruik van de spuitmortel op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur. De minimale laagdikte in een arbeidsgang bedraagt ca. 15 mm. Dikkere lagen dienen in meerdere lagen te worden aangebracht en kunnen door toepassing van speciale additieven eventueel worden bijgestuurd, o.a. afhankelijk van de projekt- en werkomstandigheden. Het gespoten oppervlak kan ruw blijven staan (ter opname van een volgende laag) dan wel worden geschuurd, kort voor algehele verharding, afhankelijk van o.a. de ondergrond en verwerkingstemperatuur.
 
Nabehandeling
De vers aangebrachte fijne mortel beschermen tegen koude, regen, wind, hitte boven 30 °C en tocht (b.v. gebruik maken van folie, vochtige jute zakken, enz.).
Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.
Verbruik
Ca. 550 L specie / ton droge mortel.
Ca. 14 L specie / 25 kg droge mortel.
Technische kenmerken
Type granulaat
rivierzand
 
Korrelgrootte
0/4 mm
 
Cementsoort
CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES)
 
Cementdosering
min. 375 kg/m³ spuitmortel
 
Droge bulkdensiteit
± 1 750 kg/m³
 
Water / Poeder – factor
± 0,15
 
Water / Cement – factor
± 0,70
 
Consistentie
S3/F3
 
Volumieke massa nat
± 2025 kg/m³
 
Druksterkte na 7 dagen
> 15 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 20 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
> 3,5 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 0,8 N/mm² op ruwe beton
 
Krimp
< 1 mm/m
 
Opmerking
Het gebruik van Betoreno® SP500 op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.
Classificatie
Sterkteklasse: C15/20 volgens EN 206-1.
Herstelmortel klasse R2 volgens EN 1504-3.
Milieuklasse: X0, XC3, XD3, XS3, XF4, XA2.
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5abcd
 
 

 

 


 

Betoreno® SP600
Natspuitmortel voor niet-structurele betonherstellingen - 0/4 mm, klasse R2 - C20/25
Toepassingsgebied
Betoreno® SP600 kan worden toegepast voor het realiseren van o.a. de volgende werken:
- Verstevigen en herstellen van betonelementen b.v. na brand of aantasting.
- Het vernieuwen van de wapeningsdekking.
- Bekleding en bescherming van rioleringsnetwerken (riolen, gangen, buizen, tanks, zuiveringsstations, enz.).
- Herstelling van gewelven, betonwanden, galerijen en tunnels.
- Het opspuiten van voegen.
Betoreno® SP600 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar gemiddelde tot zware mileubelasting, plaatsvindt.
Betoreno® SP600 is een spuitmortel die verwerkt dient te worden volgens de "natte" methode of manueel.
Samenstelling
Betoreno® SP600 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: Portlandcement CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES) volgens EN 197-1.
- Granulaat: gecalibreerd rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de stabiliteit, de thixotropie en de verpompbaarheid van het spuitbeton te verbeteren.
Specifieke toevoegingen zoals microsilica, polypropyleen-, glas-, staalvezels of andere additieven zijn per projekt op aanvraag mogelijk.
Eigenschappen
Betoreno® SP600 is geschikt voor betonreparatie in niet-structurele toepassingen.
Betoreno® SP600 is een droge, voorgemengde, polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende, vorst- en strooizoutbestendige betonreparatiemortel.
Betoreno® SP600 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® SP600 is geschikt om manueel te verwerken of om te verspuiten, heeft een bijzonder eenvoudige verwerking en een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd. De gebruiksklare mortel wordt in silo’s, of zakgoed (receptuurafhankelijk) op de werf gebracht en ter plaatse gemengd met water in een dwangmenger (zakgoed) of doorstroommenger (silo) gecombineerd met een pompinrichting (met een wormpomp, bij voorkeur met een beton- / pistonpomp) en vervolgens in de gewenste hoeveelheid en consistentie gespoten volgens de "natte methode" of manueel toegepast.
Verwerken
Verwerking vindt plaats volgens de "natte spuitmethode" of manueel met de geschikte consistentie bij temperaturen tussen 5 °C en 30 °C. Lage temperaturen beïnvloeden het verhardingsproces negatief. Het gebruik van de spuitmortel op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur. De minimale laagdikte in een arbeidsgang bedraagt ca. 15 mm. Dikkere lagen dienen in meerdere lagen te worden aangebracht en kunnen door toepassing van speciale additieven eventueel worden bijgestuurd, o.a. afhankelijk van de project- en werkomstandigheden. Het gespoten oppervlak kan ruw blijven staan (ter opname van een volgende laag) dan wel worden geschuurd, kort voor algehele verharding, afhankelijk van o.a. de ondergrond en verwerkingstemperatuur.
 
Nabehandeling
De vers aangebrachte mortel beschermen tegen koude, regen, wind, hitte boven 30 °C en tocht (b.v. gebruik maken van folie, vochtige jute zakken).
Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.
Verbruik
Ca. 550 L specie / ton droge mortel.
Ca. 14 L specie / 25 kg droge mortel.
Technische kenmerken
Type granulaat
rivierzand
 
Korrelgrootte
0/4 mm
 
Cementsoort
CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES)
 
Cementdosering
min. 425 kg/m³ spuitmortel
 
Droge bulkdensiteit
± 1 750 kg/m³
 
Water / Poeder – factor
± 0,15
 
Water / Cement – factor
± 0,60
 
Consistentie
S3/F3
 
Volumieke massa nat
± 2025 kg/m³
 
Druksterkte na 7 dagen
> 20 N/mm
 
Druksterkte na 28 dagen
> 25 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
> 4,5 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 0,8 N/mm² op ruwe beton
 
Krimp
< 1 mm/m
 
Verpakking
Betoreno® SP600 kan geleverd worden in silo's, in bigbags of in zakken van 25 kg, gestapeld op euro-palletten (1200 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidsduur in de originele en gesloten verpakking bedraagt bij droge opslag 12 maanden.
 
Opmerking
Het gebruik van Betoreno® SP600 op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.











Classificatie
Sterkteklasse: C20/25 volgens EN 206-1.
Herstelmortel klasse R2 volgens EN 1504-3.
Milieuklasse: X0, XC3, XD3, XS3, XF4, XA2.
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5abcd.
 
 

 

 









 

Betoreno® SP700
Natspuitmortel voor niet-structurele betonherstellingen - 0/4 mm, klasse R2 - C25/30
Toepassingsgebied
Betoreno® SP700 kan worden toegepast voor het realiseren van o.a. de volgende werken:
- Verstevigen en herstellen van betonelementen b.v. na brand of aantasting.
- Het vernieuwen van de wapeningsdekking.
- Bekleding en bescherming van rioleringsnetwerken (riolen, gangen, buizen, tanks, zuiveringsstations, enz.),
- Herstelling van gewelven, betonwanden, galerijen en tunnels.
- Het opspuiten van voegen.
Betoreno® SP700 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar gemiddelde tot zware mileubelasting, plaatsvindt.
Betoreno® SP700 is een spuitmortel die verwerkt dient te worden volgens de "natte" methode of manueel.
Samenstelling
Betoreno® SP700 is een homogeen mengsel samegesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: Portlandcement CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES) volgens EN 197-1.
- Granulaat: gecalibreerd rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de stabiliteit, de thixotropie en de verpompbaarheid van het spuitbeton te verbeteren.
Specifieke toevoegingen zoals microsilica, polypropyleen-, glas-, staalvezels of andere additieven zijn per project op aanvraag mogelijk.
Eigenschappen
Betoreno® SP700 is geschikt voor betonreparatie in niet structurele toepassingen.
Betoreno® SP700 is een droge, voorgemengde, polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende, vorst- en strooizoutbestendige betonreparatiemortel.
Betoreno® SP700 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® SP700 is geschikt om manueel te verwerken of om te verspuiten, heeft een bijzonder eenvoudige verwerking en een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd. De gebruiksklare mortel wordt in silo’s, of zakgoed (receptuurafhankelijk) op de werf gebracht en ter plaatse gemengd met water in een dwangmenger (zakgoed) of doorstroommenger (silo) gecombineerd met een pompinrichting (met een wormpomp, bij voorkeur met een beton- / pistonpomp) en vervolgens in de gewenste hoeveelheid en consistentie gespoten volgens de "natte methode" of manueel toegepast.
Voorbereiding ondergrond
Als ondergronden zijn geschikt: betonoppervlakken en alle cementgebonden ondergronden mits voldoende voorbereid om een goede hechting te verkrijgen. De ondergronden moeten zuiver zijn, vrij van oliën, vet, verfresten en andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. Gladde en sterk verdichte, niet-zuigende oppervlakken zoals glad beton opruwen (bv. zandstralen). Na opruwen de ondergrond ontstoffen. Blootgelegd wapeningsstaal ontroesten en volledig met een corrosiebescherming Betoreno® HB001 behandelen. De ondergrond dient over voldoende aanhechtsterkte te beschikken (>1,5 N/mm²) en de draagkracht van de ondergrond dient gewaarborgd te zijn. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen. Bij twijfel aangaande het verkrijgen van de vereiste hechtsterkte dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd.
Verwerken
Verwerking vindt plaats volgens de "natte spuitmethode" of manueel met de geschikte consistentie bij temperaturen tussen 5 °C en 30 °C. Lage temperaturen beïnvloeden het verhardingsproces negatief. Het gebruik van de spuitmortel op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur. De minimale laagdikte in een arbeidsgang bedraagt ca. 15 mm. Dikkere lagen dienen in meerdere lagen te worden aangebracht en kunnen door toepassing van speciale additieven eventueel worden bijgestuurd, o.a. afhankelijk van de project- en werkomstandigheden. Het gespoten oppervlak kan ruw blijven staan (ter opname van een volgende laag) dan wel worden geschuurd, kort voor algehele verharding, afhankelijk van o.a. de ondergrond en verwerkingstemperatuur.
Nabehandeling
De vers aangebrachte fijne mortel beschermen tegen koude, regen, wind, hitte boven 30 °C en tocht (b.v. gebruik maken van folie, vochtige jute zakken, enz.)
Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.
Verbruik
Ca. 550 L specie / ton droge mortel.
Ca. 14 L specie / 25 kg droge mortel.
Technische kenmerken
Type granulaat
rivierzand
 
Korrelgrootte
0/4 mm
 
Cementsoort
CEM I 52,5 R-SR3-LA (oud HSR/PMES)
 
Cementdosering
min. 475 kg/m³ spuitmortel
 
Droge bulkdensiteit
± 1 750 kg/m³
 
Water / Poeder – factor
± 0,15
 
Water / Cement – factor
± 0,55
 
Consistentie
S3/F3
 
Volumieke massa nat
± 2025 kg/m³
 
Druksterkte na 7 dagen
> 25 N/mm
 
Druksterkte na 28 dagen
> 30 N/mm²
 
Buigtrreksterkte na 28 dagen
> 5 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 0,8 N/mm² op ruwe beton
 
Krimp
< 1 mm/m
 
Verpakking
Betoreno® SP700 kan geleverd worden in silo's, in bigbags of in zakken van 25 kg gestapeld op euro-palletten (1200 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheidsduur in de originele en gesloten verpakking bedraagt bij droge opslag 12 maanden.
Opmerking
Het gebruik van Betoreno® SP700 op een bevroren of een ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst binnen de 24 uur.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.










Classificatie
Sterkteklasse: C25/30 volgens EN 206-1.
Herstelmortel klasse R2 volgens EN 1504-3.
Milieuklasse: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA2.
Blootstellingsklasse: 1, 2, 3, 4, 5abcd.
 
 

 










 

Betoreno® WA402
Polymeer gemodificeerde betonreparatiemortel voor structurele herstellingen van drinkwaterbassins - 0/2 mm, klasse R4
Toepassingsgebied
Betoreno® WA402 kan worden toegepast voor het repareren van beschadigingen, het herstellen van betonondergronden in drinkwaterreservoirs en ruimtes waar levensmiddelen bewaard of bewerkt worden. Te gebruiken op vloer- en/of wandoppervlakken, alsook boven het hoofd, binnen en buiten.
Betoreno® WA402 is bijzonder geschikt voor betonreparatie waar uitloging, bacteriegroei beperkt dient te worden.
 
Samenstelling
Betoreno® WA402 is een fabrieksmatig geproduceerde, gebruiksklare droge polymeer gemodificeerde cementmortel op minerale basis.
Het is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaten: afgezeefd en hersamengesteld zand 0/2 volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, de waterretentie, de hechting, carbonatiseringsweerstand e.d. van de mortel te verbeteren.
Betoreno® WA402 bevat geen giftige stoffen zoals fungiciden of bactericiden.
Eigenschappen
Betoreno® WA402 is geschikt voor betonreparatie in structurele en niet-structurele toepassingen.
Betoreno® WA402 is een polymeer gemodificeerde, hydraulisch hardende, vorst- en strooizoutbestendige, waterdampdoorlatende betonreparatie- en egalisatiemortel.
Betoreno® WA402 vermindert de carbonatisering, het indringen van vocht en/of olie door zijn hoge dichtheid.
Betoreno® WA402 is corrosieremmend en in hoge mate verzepingsbestendig.
Betoreno® WA402 is geschikt om manueel te verwerken of te verspuiten (nat), heeft een bijzonder eenvoudige verwerking en een goede stabiliteit en hechting op verticale vlakken en op vlakken boven het hoofd.
 
Voorbereiding ondergrond
De ondergrond moet schoon, vast, stofvrij en belastbaar zijn en vrij van oliën, vetten of andere residuen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. De ondergrond indien nodig mechanisch opruwen bijvoorbeeld borstelen, frezen of staalstralen. Blootgelegd wapeningsstaal ontroesten en volledig met een corrosiebescherming b.v. Betoreno® HB001 behandelen.
De ondergrond dient over voldoende aanhechtsterkte te beschikken (> 1,5 N/mm²) en de draagkracht van de ondergrond dient gewaarborgd te zijn. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen. Op de nog enigszins vochtige, gedroogde ondergrond wordt een hechtbrug Betoreno® HB001 met een kwast of borstel aangebracht over het hele oppervlak van de betonondergrond alvorens nat in nat Betoreno® WA402 aan te brengen. Bij machinele verwerking (natspuiten) is een hechtbrug niet noodzakelijk. Voor wat betreft de ondergrondbeoordeling moeten de hiervoor geldende normen en voorschriften in acht worden genomen.
Verwerken
Ca. 2/3 van de benodigde hoeveelheid schoon leidingwater (ca. 2,75 - 3,25 liter water per zak van 25 kg) wordt in een mortelkuip of mengmachine gevuld. Betoreno® WA402 langzaam toevoegen en met een geschikte menger op laag toerental ca. 3 minuten mengen. Vervolgens het resterende deel van het aanmaakwater toevoegen en nog eens ca. 2 minuten mengen tot een homogene massa zodat een klontvrije homogene mortel onstaat. Betoreno® WA402 nat op nat aanbrengen op de reeds aangebrachte hechtbrug met een minimale laagdikte van ca. 10 mm. Bij reparaties van vloeren, wanden of plafonds over het gehele oppervlak bedraagt de maximale aanbrengdikte 30 mm. Bij deelreparaties is plaatselijk een maximale laagdikte van 40 mm toegestaan. Het oppervlak na verdichten gladstrijken dan wel licht opruwen. Om een zeer glad oppervlak te krijgen, is na uitharding van de mortel eventueel nabehandeling met een flexibele minerale afdichting (Aqua'block DS-1K) mogelijk. In dat geval wordt de van tevoren aangebrachte mortel licht opgeruwd.
Na beëindiging van de werkzaamheden de menger en het overige gereedschap meteen leeggieten en reinigen.
Belangrijk: alleen verwerken bij temperaturen van 5 °C tot 30 °C. Vermengen met bindmiddelen en toevoegingen is niet toegestaan.

 
Nabehandeling
De vers aangebrachte fijne mortel beschermen tegen regen of te snelle uitdroging (hitte en tocht) (gebruik maken van folie, vochtige jutezakken, enz.). Eventueel een curing compound ter nabehandeling toepassen om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.
 
Verbruik
± 525 L specie / ton droge mortel.
± 13 L specie / 25 kg droge mortel.
Ca. 1,9 kg droge mortel per mm/m².
Technische kenmerken
Verwerkingsduur
20 °C ca. 30 minuten
 
Wachttijd voor verdere afwerking
na ca. 12 uur, afhankelijk van de temperatuur
 
Hechtsterkte na 7 dagen
> 2,0 N/mm²
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 2,3 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 1 dag
> 4,0 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 7 dagen
> 6,0 N/mm²
 
Buig/treksterkte na 28 dagen
> 8,0 N/mm²
 
Druksterkte na 1 dag
> 25 N/mm²
 
Druksterkte na 7 dagen
> 45 N/mm²
 
Druksterkte na 28 dagen
> 55 N/mm²
 
Waterbehoefte
12 %
 
Korrelgrootte
0-2 mm
 
Natte densiteit
ca. 2150 kg/m³
 
Statische E-Modulus
ca. 20.000 N/mm² na 28 dagen
 
Brandweerstand
Klasse A1 volgens EN 13501
 
Milieuklasse EN 206-1
X0,XC3,XF3,XS3,XA2,XD3,XM1
 
Verpakking
Betoreno® WA402 is verpakt in zakken van 25 kg op euro-palletten (1000 kg/pallet). De houdbaarheidsduur in de originele en gesloten verpakking bedraagt bij droge opslag 12 maanden.
Opmerking
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
De werken, de ondergrondbeoordeling en de verwerken moeten uitgevoerd worden volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de hiervoor geldende normen en voorschriften.
 
Classificatie
PCC betonreparatiemortel R4 volgens EN 1504-3.
Certificaatnr.: 0921-CPR-2177.
Cementdekvloermortel CT-C50-F7 volgens EN 13813.