Onderlagen

Met de juiste onderlaag kan uw woning nog steeds ademen!

Cement’in C
Cementpleister - Onderlaag
Toepassingsgebied
Cement’in C wordt aanbevolen als traditionele cementering of als onderlaagpleister voor alle verticale dragers (zowel binnen als buiten), die nadien een afwerking kunnen krijgen. Cement’in C is bijzonder geschikt in vochtige en niet-geventileerde ruimten (vb. kelders, douchecellen, was- of bergruimten) en is goed bestand tegen mechanische belastingen (vb. gevelplinten). Cement’in C kan aangebracht worden op alle standaard types metselwerk en beton. De drager dient minstens dezelfde mechanische eigenschappen te bezitten als de pleisterlaag van Cement’in C. Weinig draagkrachtige dragers, zoals lichtgewicht metselwerk (cellenbeton) en oud metselwerk, zijn ongeschikt. Hiervoor wordt Cement’in MEGA aanbevolen. Deze bepleistering mag niet aangebracht worden op dragers op basis van gips, noch op dragers die hechtingsproblemen kunnen opleveren (vb. verf, hydrofuge).
Samenstelling
Cement’in C is een homogeen mengsel van Portlandcement, gekalibreerde rivierzanden, toeslag- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Cement’in C is een droge, kant-en-klare cementgebonden pleistermortel als onderlaag bij binnen- en buitenpleisterwerk, manueel of mechanisch aangebracht op verticale dragers.
Voorbereiding ondergrond
De dragers dienen stabiel, zuiver, proper en ontstoft te zijn.
Heterogene dragers krijgen eerst een aanbrandlaag van Cement’in P.
Glad beton wordt vooraf ingestreken met Betoprim.
Voor het aanbrengen dient de drager bevochtigd te worden, zonder een waterfilm op het oppervlak te vormen.
Tijdens het aanbrengen en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C. Het gebruik van de mortel op bevroren of ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico op vorst na het aanbrengen.
 
Verwerken
Cement’in C wordt handmatig opgebracht of bij voorkeur met een geschikte machine op de drager gespoten.
Cement’in C wordt in 1 of 2 gangen aangebracht, met de rei afgestreken en vlak gezet.
Na het afbinden het pleister opschuren of ruwzetten, naargelang de afwerking.
De gemiddelde dikte van het pleister bedraagt 12 tot 15 mm.
In de kern van het pleister kan eventueel een wapeningsnet ingebed worden.
Naargelang de kenmerken en de aard van de drager kan het aanbrengen van het pleister aangepast worden.
Bij droog, warm of winderig weer is het noodzakelijk het aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen. Het vers aangebrachte pleister moet beschermd worden tegen slagregen, wind of zon.
 
Verbruik
± 17 kg/m² per cm dikte.
Technische kenmerken
Korrelgrootte
0 - 2,0 mm
 
Druksterkte
> 6,5 MPa
 
Droge volumemassa
± 1700 kg/m³
 
Buigtreksterkte
> 1,5 MPa
 
Hechtsterkte (opbaksteen)
> 0,3 MPa
 
Hechtsterkte na cycli
> 0,2 MPa (breukpatroon A, B of C)
 
Waterdampdoorlaatbaarheid µ
< 35
 
Waterabsorptie
W2
 
Brandklasse
A1
 
Verpakking
Cement’in C is verpakt in zakken van 25 kg, gestapeld op Europaletten met beschermhoes. De houdbaarheidstermijn in de originele verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 9 maanden.

 
 
 
 
Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst voor pleisterwerken en dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB.
Voorbereiding mengsel
Cement’in C mechanisch mengen met zuiver water (4,5 tot 5,5 l water per zak van 30 kg gebruiken of 3,5 tot 4,5 liter per zak van 25 kg) in een mengkuip, speciemolen of spuitmachine tot de gewenste verwerkbaarheid.
Verwerkingstijd: 1 uur bij 20° C.
Na verstijving door een begin van binding, mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.

 





 

Cement’in C+G
Cementpleister met kalk - Onderlaag
Toepassingsgebied
Cement’in C+G wordt aanbevolen als traditionele cementering of als onderlaagpleister voor alle verticale dragers, zowel binnen als buiten, die nadien een afwerking kunnen krijgen. Cement’in C+G kan aangebracht worden op alle standaard types metselwerk en beton. De drager dient minstens dezelfde mechanische eigenschappen te bezitten als de pleisterlaag Cement’in C+G. Weinig draagkrachtige dragers, zoals lichtgewicht metselwerk (cellenbeton) en oud metselwerk zijn ongeschikt. Hiervoor wordt Cement’in MEGA aanbevolen. Deze bepleistering mag niet aangebracht worden op dragers op basis van gips, noch op dragers die hechtingsproblemen kunnen opleveren (vb. verf, hydrofuge, kunstharsgebonden sierpleister).
Samenstelling
Cement’in C+G is een homogeen mengsel van grijs Portlandcement, bouwkalk, gekalibreerde rivierzanden, toeslag- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Cement’in C+G is een droge, kant-en-klare kalkcement mortel, die manueel of mechanisch wordt aangebracht, als onderlaagpleister bij binnen- en buitenwerk op verticale dragers.
Voorbereiding ondergrond
De dragers dienen stabiel, zuiver, proper en ontstoft te zijn. Heterogene dragers krijgen eerst een aanbrandlaag van Cement’in P. Niet-zuigende dragers worden vooraf ingestreken met Betoprim. Voor het aanbrengen dient de drager bevochtigd te worden, zonder een waterfilm op het oppervlak te vormen. Tijdens het aanbrengen en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C. Het gebruik van de mortel op bevroren of ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico op vorst na het aanbrengen.
Verwerken
Cement’in C+G wordt handmatig opgebracht of bij voorkeur met een geschikte machine op de drager gespoten.
Cement’in C+G wordt in 1 of 2 gangen aangebracht, met de rei afgestreken en vlak gezet.
Na het verharden het pleister opschuren of ruw zetten, naargelang de afwerking.
De gemiddelde dikte van het pleister bedraagt 12 tot 15 mm.
In de kern van het pleister kan eventueel een wapeningsnet ingebed worden.
Bij droog, warm of winderig weer is het noodzakelijk het aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen.
Het vers aangebrachte pleister moet beschermd worden tegen slagregen, wind of zon.
Verbruik
± 17 kg/m² per cm dikte.
Technische kenmerken
Korrelgrootte:
0 - 2,0 mm
 
Droge volumemassa:
± 1700 kg/m³
 
Druksterkte:
≥ 4 MPa
 
Buigtreksterkte:
≥ 1,4 MPa
 
Hechtsterkte (op baksteen):
≥0,3 MPa
 
Hechtsterkte na cycli :
≥ 0,2 MPa (breukpatroon A, B of C)
 
Waterdampdoorlaarbaarheid :
< 35
 
Waterabsorptie :
W1
 
Brandklasse
A1
 
Verpakking
Cement’in C+G is verpakt in zakken van 25 kg, gestapeld op Europaletten met beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in deze verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 9 maanden.
 
Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst voor pleisterwerken en dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB.

 
 
 
 
 
Classificatie
Overeenkomstig de Europese norm EN 998-1 : GP pleistermortel voor gewoon gebruik.
Overeenkomstig de Franse Norm P15.201 (DTU 26.1), uitgave april 2008. Weerstandsklasse CS III, waterabsorptie W1, ondergronden van het type Rt2 en Rt3.
Cement’in C+G draagt het kwaliteitslabel van het controlebureau ‘SECO‘.
 
 
 
 
 
Voorbereiding mengsel
Cement’in C+G mechanisch mengen met zuiver water in een mengkuip, speciemolen of spuitmachine tot de gewenste verwerkbaarheid. Ongeveer 4,5 tot 5,5 l water per zak van 30 kg of 3,5 tot 4,5 liter per zak van 25 kg.
Verwerkingstijd: minstens 1 uur bij 20° C.
Na verstijving door een begin van binding, mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
 







 

Cement’in Mega
Lichtgewicht cementpleister - Onderlaag
Toepassingsgebied
Cement’in MEGA wordt aanbevolen als onderlaagpleister voor alle verticale dragers (zowel binnen als buiten), die nadien een geschikte afwerking krijgen. Cement’in MEGA kan aangebracht worden op alle standaard types metselwerk en beton. Cement’in MEGA is uiterst geschikt als bepleistering van lichtgewicht metselwerk zoals cellenbeton, isolatiebaksteen of oud, zwak metselwerk. Cement’in MEGA wordt niet aangeraden op vochtige ondergronden of in weinig of niet geventileerde ruimten. De drager dient minstens dezelfde mechanische eigenschappen te bezitten als de pleisterlaag. Deze bepleistering mag niet aangebracht worden op dragers op basis van gips, noch op dragers met hechtingsproblemen (vb. verf, hydrofuge).
Samenstelling
Cement’in MEGA is een homogeen mengsel van grijs Portlandcement, lichtgewicht aggregaten (polystyreenkorrels), gekalibreerde rivierzanden, toeslag- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Cement’in MEGA is een droge, kant-en-klare cementgebonden lichtgewicht pleistermortel, die wordt aangebracht als onderlaag bij binnen- en buitenpleisterwerk op verticale dragers.
Voorbereiding ondergrond
De dragers dienen stabiel, zuiver, proper en ontstoft te zijn. Heterogene dragers krijgen eerst een aanbrandlaag van Cement’in P. Niet-zuigende dragers worden vooraf ingestreken met Betoprim. Voor het aanbrengen dient de drager bevochtigd te worden, zonder een waterfilm op het oppervlak te vormen. Tijdens het aanbrengen en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C.
Verwerken
Cement’in MEGA wordt handmatig aangebracht of bij voorkeur met een geschikte machine op de drager gespoten. Bij een traditionele binnen- en buitencementering is een gemiddelde dikte van 15 mm vereist. Cement’in MEGA wordt in 1 of 2 gangen aangebracht, met de rei afgestreken en vlakgezet. Na het afbinden de pleister opschuren. In de kern van de pleister kan eventueel een wapeningsnet ingebed worden. Bij droog, warm of winderig weer is het noodzakelijk de aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen. De vers aangebrachte pleister moet beschermd worden tegen slagregen, wind of zon. Afwerking: Cement’in MEGA wordt na drogen afgewerkt met een kunstharsgebonden sierpleister uit het Cantillana gamma of geverfd.
Verbruik
± 13 kg/m² per cm dikte.
Technische kenmerken
Korrelgrootte:
0 - 2,5 mm
 
Droge volumemassa
± 1150 kg/m³
 
Druksterkte:
≥ 2,0 MPa
 
Buigtreksterkte:
≥ 1,0 MPa
 
Waterdampdoorlaarbaarheid µ:
10 - 15
 
Hechtsterkte
≥ 0,3 MPa
 
Brandklasse
A2
 
Verpakking
Cement’in MEGA is verpakt in zakken van 30 kg, gestapeld op Europaletten met beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in deze verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 6 maanden.
 
Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst voor pleisterwerken en dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB.

 
 
 
 
 
Classificatie
Overeenkomstig de Europese norm EN 998-1.
Overeenkomstig de Franse Norm P15.201 (DTU 26.1).
Overeenkomstig met de Franse norm NFp 15-201.
Overeenkomstig met de technische informatie van het WTCB
 
 
Voorbereiding mengsel
Cement’in MEGA bij voorkeur mechanisch mengen met zuiver water (8 liter water per zak van 30 kg gebruiken) in een mengkuip, speciemolen of spuitmachine tot de gewenste verwerkbaarheid.
Verwerkingstijd: 1 uur bij 20° C. Na verstijving door een begin van binding, mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.

 





 

Cement’in P
Cementpleister - Raaplaag
Toepassingsgebied
Cement’in P wordt aanbevolen als hechtingslaag (ook raaplaag) bij het voorbehandelen van alle heterogene of sterk zuigende ondergronden, zowel binnen als buiten. Cement’in P kan aangebracht worden op alle standaard types metselwerk en beton. Niet-zuigende dragers worden vooraf ingestreken met de hechtingslaag Betoprim. Deze bepleistering mag niet aangebracht worden op dragers op basis van gips, noch op dragers met hechtingsproblemen (vb. verf, kunstharsgebonden bekledingen, hydrofuge). De drager dient minstens dezelfde mechanische eigenschappen te bezitten als de pleisterlaag Cement’in P. Weinig draagkrachtige dragers, zoals lichtgewicht metselwerk (cellenbeton) en oud metselwerk zijn ongeschikt. Hiervoor wordt Cement’in MEGA aanbevolen.
Samenstelling
Cement’in P is een homogeen mengsel van Portlandcement, gekalibreerde rivierzanden, toeslag- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Cement’in P is een droge, kant-en-klare cementgebonden pleistermortel, die wordt aangebracht als aanbrandlaag op heterogene dragers voor het bekomen van een gelijkmatige absorptie.
Voorbereiding ondergrond
De dragers dienen stabiel, zuiver, proper en ontstoft te zijn.
Voor het aanbrengen dient de drager bevochtigd te worden, zonder een waterfilm op het oppervlak te vormen.
Tijdens het aanbrengen en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C. Het gebruik van de mortel op bevroren of ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico op vorst na het aanbrengen.
 
Verwerken
Cement’in P wordt krachtig op de drager geworpen of bij voorkeur gespoten. Oneffenheden worden vooraf met een vastere specie Cement’in P uitgevuld en gekamd. De aanbrandlaag moet de oppervlakte bedekken met een dikte van niet meer dan 3 mm. De aangebrachte raaplaag moet ruw blijven en mag geen verdere behandeling, zoals schuren, ondergaan. Afhankelijk van de drager en het weer dient een wachttijd van minimum 2 tot 5 dagen in acht genomen te worden. Het lichtgrijs verkleuren van de Cement’in P afwachten vooraleer de werken verder te zetten, hetzij met een onderlaag van het gamma Cement’in, hetzij met een gevelpleister uit het gamma Granicem of Tradi'chaux. Bij droog, warm of winderig weer is het noodzakelijk het aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen. Het vers aangebrachte pleister moet beschermd worden tegen slagregen, wind of zon.
Verbruik
± 1,7 kg/m² per mm dikte
Technische kenmerken
Korrelgrootte:
0 - 3,0 mm
 
Droge volumemassa:
± 1700 kg/m³
 
Druksterkte:
≥ 10,0 MPa
 
Buigtreksterkte:
≥ 3,0 MPa
 
Hechtsterkte (op baksteen):
≥ 0,5 MPa
 
Hechtsterkte na cycli :
≥ 0,2 MPa (breukpatroon A, B of C)
 
Waterdampdoorlaarbaarheid µ:
< 35
 
Brandklasse
A1
 
Verpakking
Cement’in P is verpakt in zakken van 25 of 30 kg , gestapeld op Europaletten met beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 6 maanden.

 
 
 
 
Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst voor pleisterwerken en dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB.
 
 
Classificatie
Overeenkomstig de Franse norm P15.201 (DTU 26.1). Cement’in P draagt het kwaliteitslabel van het controlebureau ‘SECO‘.






 

Cement'in Flex
Uitvlakpleister voor binnen en buiten
Toepassingsgebied
Cement'in Flex is geschikt als uitvlak/renovatiepleister op draagkrachtige ondergronden. Cement'in Flex is tevens toepasbaar als  renovatiepleister van gescheurde geveloppervlakken eventueel met toepassing van een wapening.
Cement'in Flex is geschikt op een ondergrond van:
- Beton
- Lichtgewicht beton 
- Metselwerk van baksteen, kalkzandsteen, betonblokken, … 
Cement'in Flex niet aanbrengen op gipsondergrond, panelen van houtwol, metaal of kunststof.
Samenstelling
Cement'in Flex is een mengsel van grijs Portlandcement volgens EN 197-1, toeslagstoffen volgens EN 13139, kunstharsen ter verbetering van de hechting, speciale vezels, vul- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Cement'in Flex is een kant-en-klare cementgebonden pleistermortel voor het uitvlakken en herstellen van binnen- of buitenmuren alvorens een geschikte afwerking aangebracht wordt. Cement'in Flex heeft een uitstekende hechting. Op grond van de gunstige E-modulus en speciale vezels biedt Cement'in Flex de best mogelijke zekerheid tegen scheurschade.
Voorbereiding ondergrond
De ondergrond moet schoon, draagkrachtig, vorstvrij, droog en stofvrij zijn. Loszittend materiaal zoals oude pleisters of mortelresten, vuil, stof, oude verflagen of dergelijke dienen eerst te worden verwijderd. Oneffenheden dieper dan 1 cm dienen vooraf te worden opgevuld. Sterk zuigende ondergronden (o.a. cellenbeton) dienen te worden voorbehandeld met een primer b.v. Cantillana Poroprim. Zwak tot niet zuigende ondergronden (b.v. glad beton) dienen te worden voorbehandeld met Cantillana Betoprim.
Bij toepassing in het bereik van de plint bijkomende maatregelen treffen i.v.m. grondvocht.
Verwerken
Cement'in Flex kan zowel manueel, alsook machinaal met een pleisterspuitmachine b.v. PFT G4, G5 verwerkt worden.
Aan een zak van 25 kg Cement'in Flex in een kuip ca. 6-7 l zuiver water toevoegen. Bij voorkeur mechanisch mengen met een mixer tot een homogene specie. Voor verwerking de mortel ongeveer 10 min. laten rijpen. De mortel aanbrengen en afreien in een laagdikte van 3-5 mm. Verwerkingstijd: ± 60 minuten.
Na verstijving door een begin van binding, mag de pleister niet meer hermengd of aangelengd worden. Bij droog, warm of winderig weer is het noodzakelijk de aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen. De vers aangebrachte mortel moet beschermd worden tegen slagregen, wind of zon. Tocht vermijden bij verwerking. Na voldoende uitharding (na ca. 2-3 dagen, of langer al naar gelang de temperatuur en de weersomstandigheden) kan Cement'in Flex worden afgewerkt.
Cement'in Flex kan worden afgewerkt met:
- Decoratieve kunstharspleisters of minerale pleisters.
- Muurverven,
- Keramische tegels.
Verbruik
± 1,25 kg/m² per mm dikte.
Technische kenmerken
Volumemassa droge mortel
± 1,3 kg/dm³
 
Volumemassa pasta
± 1,5 kg/m²
 
Druksterkte
± 7,0 N/mm²
 
Buigstreksterkte
± 1,4 N/mm²
 
Waterabsorptie
≤ 0,50 kg/(m2.h0,5)
 
Hechtsterkte op baksteen
± 1,0 N/mm²
 
Waterdampdoorlaatbaarheid µ
≤ 35
 
Brandklasse
A1
 
Verpakking
Cement'in Flex is verpakt in zakken van 25 kg, gestapeld op Europaletten (1200 kg per palet), met beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele verpakking beschermd tegen vorst en hitte bedraagt 12 maanden.

 
 
 
 
 
 
 
Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst voor pleisterwerken en dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB.
Tijdens het aanbrengen en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C. Het gebruik van de pleister op bevroren of ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico van vorst na het aanbrengen.






 




 

Cement'in HB
Minerale flexibele hechtbrug
Toepassingsgebied
Cement'in HB kan als hechtbrug worden toegepast o.a.voor cementeringen en/of vergelijkbare minerale mortels die nat in nat op een betonondergrond dienen te worden aangebracht. Te gebruiken op verticale ondergronden, binnen en buiten.
 
Samenstelling
Cement'in HB is een fabrieksmatig geproduceerde polymeer gemodificeerde droge mortel op minerale basis.
Kleur
Grijs
Eigenschappen
Cement'in HB is een hydraulisch hardende, polymeer gemodificeerde, waterdampdiffusie-open en gemakkelijk te verwerken mortelhechtbrug. Cement'in HB verzekert een sterke hechting tussen de betonondergrond en de cementering.
Voorbereiding ondergrond
Voor renovatiewerken moet de ondergrond mechanisch opruwen bijvoorbeeld borstelen, frezen of staalstralen. De ondergrond moet vast en belastbaar zijn.
De ondergrond moeten schoon, stofvrij zijn en vrij van oliën, vetten of overige residuen die de hechting nadelig kunnen beinvloeden.
De minerale ondergrond dient ruim van te voren zorgvuldig te worden voorbevochtigd voordat Cement'in HB wordt aangebracht.
Voor wat betreft de ondergrondbeoordeling moeten de hiervoor geldende normen en voorschriften in acht worden genomen.
Verwerken
Verwerken als hechtbrug op een betonondergrond voor het aanbrengen van een cementering.
Op de nog enigszins vochtige ondergrond wordt Cement'in HB met een borstel aangebracht en intensief over het hele oppervlak ingeborsteld in de betonondergrond. Cement'in HB nat in nat op de vochtige ondergrond toepassen. De nat aangebrachte hechtlaag niet laten drogen.

Na beëindiging van de werkzaamheden het menggereedschap en overige gereedschap schoonmaken.
Alleen verwerken bij temperaturen (ondergrondtemperaturen) van 5 °C tot 30 °C.
 
Verbruik
Ca. 1.4 - 1,8 kg/m² afhankelijk van de toepassing, oppervlaktestructuur en het absorptievermogen van de ondergrond.

 
Technische kenmerken
Verwerkingsduur
ca. 45 minuten bij 20 °C
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 2,0 N/mm²
 
Verpakking
Cement'in HB is verpakt in zakken van 25 kg (1200 kg/pallet) en wordt geleverd op europalleten. De houdbaarheidsduur in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
 
 
 
 
Opmerking
 
 
 
 
 
Voorbereiding mengsel
De benodigde hoeveelheid schoon leidingwater (mengverhouding: 5 – 5,5 L water per 25 kg-zak) wordt in een mortelkuip of mengmachine gegoten. Cement'in HB langzaam toevoegen en met een geschikte menger op laag toerental mengen tot een homogene en klontvrije massa ontstaat. De gemengde mortel ca. 3 minuten laten staan en dan nog eens doormengen. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken.






 

Cement'in SP3
Waterdichte cementpleister
Toepassingsgebied
Voor het maken van waterondoorlatende pleister, bijzonder geschikt voor nieuwbouw en renovatiebouw.
Het kan worden gebruikt als:
- muurpleister in natte en vochtige ruimtes
- sokkelpleister op gevels, balkons, terrassen, loggia's
- muurpleister in fabriekshallen, wasplaatsen, zwembaden, waterreservoirs
- bepleistering voor kelders.

 
Samenstelling
Cement’in SP3 is een homogeen mengsel van grijs portlandcement CEM I 52,5 R-SR3-LA (voormalig HSR LA HES) sulfaatbestendig volgens EN 197-1, gekalibreerde rivierzanden, toeslag- en hulpstoffen.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
Cement'in SP3 waterdichte pleistermortel is een industriële droge mortel voor het maken van waterondoorlatende cementering.
Voorbereiding ondergrond
Betonnen ondergronden moeten ten minste 6 maanden op voorhand geplaatst/gebouwd zijn.
De ondergrond moet proper, vast, stofvrij en stabiel zijn, vrij van oliën en vetten en andere residuën.
De ondergrond indien nodig mechanisch opruwen bv. borstelen, frezen of zandstralen.
Waterlekken eerst herstellen door middel van een snel uithardend cement, type Quick cement.

Sterk zuigende ondergronden of niet onderhevig aan negatieve waterdruk of dampspanningen, dienen vooraf voldoende te worden voorbevochtigd. Waterstagnatie of een waterfilm is echter uit den boze tijdens het moment van applicatie.

Alle ondergronden dienen te worden behandeld met een minerale hechtbrug bestaande uit Cement'in SP3 en Betolatex in de volgende verhouding aan het aanmaakwater toegevoegd: voor 1 zak Cement'in SP3 2,5 l water gemengd met 2,5 l Betolatex gebruiken. Dit maakt het mogelijk om ca. 13 m² te bereiken.
Het mengsel moet een plastische consistentie hebben en moet met een harde borstel worden aangebracht, waarbij alle poriën van de ondergrond worden gevuld met een dikte van ca. 2 mm. De verwerkingstijd van het mengsel is één uur en het is aanbevolen het mengsel regelmatig handmatig te homogeniseren.
Cement'in SP3 moet dan "nat in nat" op de hechtbrug worden aangebracht, d.w.z. tijdens de verharding van de hechtbrug. De voorbereiding van de ondergrond is zeer belangrijk waarbij de aangegeven doseringen gerespecteerd moeten worden. Het is niet aan te raden Betolatex rechtstreeks op de ondergrond aan te brengen.

De drager dient minstens dezelfde mechanische eigenschappen te bezitten als de pleisterlaag van Cement’in SP3.
Weinig draagkrachtige dragers zoals lichtgewicht metselwerk (cellenbeton, kalkzandstenen, etc.) zijn ongeschikt.
Deze bepleistering mag niet aangebracht worden op dragers op basis van gips, noch op dragers die hechtingsproblemen kunnen opleveren (vb. verf, hydrofuge).




 
Verwerken
Breng de aangemengde pleistermortel aan op de voorbereide ondergrond in een laagdikte van 15-20 mm.
Op gelijkmatige dikte aanbrengen en tot een vlak oppervlak trekken, afreien en schuren.
Wanneer er voorzien is in een aansluitend leggen met keramische tegels e.d., mag de pleister alleen afgereid of uitgekamd worden – niet gladmaken.
Na het beëindigen van de werkzaamheden, de menger, pomp en slangen direct ledigen en reinigen.
Alleen bij temperaturen (van de ondergrond) van +5°C tot +25°C verwerken.
Vers aangebrachte pleister moet beschermd worden tegen te snel uitdrogen (hitte en wind), direct met folie afdekken en in bepaalde gevallen meerdere malen nabevochtigen.
 
Verbruik
± 21 kg/m² per cm dikte.
Technische kenmerken
Granulometrie
0-2 mm
 
Droge volumemassa (poeder)
± 1800 kg/m³
 
Verwerkingstemperatuur
5° C tot 25° C
 
Consistentie van de aangemaakte pleistermortel
plastisch
 
Verwerkingstijd
± 1 uur
 
Legbaar met tegels
na 2-7 dagen, afhankelijk van de temperatuur
 
Druksterkte na 28 dagen
± 25,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 25 dagen
± 5 N/mm²
 
Hechtsterkte (op beton)
± 1,5 N/mm²
 
Waterdampdiffusieweerstandscoëfficiënt µ
86
 
Brandreactie klasse
A1
 


 
 
 
 
 
 
 
Verpakking
Cement’in SP3 is verpakt in papieren zakken van 25 kg, gestapeld op Europaletten van 1200 kg met een beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 6 maanden.
 
Classificatie
Gebruiksklare pleistermortel van de mortelgroep, GP CS IV W2 volgens EN 998-1. Deze is gekeurd, overeenkomstig met het testrapport nr.21 1430 0 98-01 MPA NRW (Materialprüfanstalt Nordrhein-Westfalen). Cement'in SP3 onderscheidt zich door hoge sterkte, heeft geen wateropname en kan reeds na ca. 2-7 dagen (afhankelijk van de weersomstandigheden) met keramische tegels, beton- of natuursteen, enz. belegd worden.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Voorbereiding mengsel
De mengverhouding voor Cement'in SP3 bedraagt circa 3,5 à 4 L zuiver leidingwater voor 25 kg mortelpoeder. De juiste hoeveelheid aanmaakwater is mede afhankelijk van het type mengtoestel, de mengprocedure en de gewenste consistentie. Giet de benodigde hoeveelheid water in een schone mengkuip en voeg geleidelijk aan het poeder toe. Meng vervolgens gedurende minstens 3 minuten, met een traag draaiende elektrische menger (<500 tpm), tot een homogene en klontervrije mortel wordt bekomen.

Laat het product na het mengen 5 à 10 minuten rusten. Meng vervolgens nog even kort vooraleer het te verwerken. De verkregen mortel is zeer makkelijk verwerkbaar.

Bij het verspuiten van Cement'in SP3 wordt het waterdebiet van de spuitmachine bij het opstarten ingesteld op 400 L/uur en vervolgens verlaagd tot 380 L/uur.
Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.