Decoratieve gevelpleisters: éénlagig

Met de decoratieve gevelpleisters wordt uw gevel waterdicht en dampopen.

Granicem
Decoratieve éénlagige gevelpleister
Toepassingsgebied
Granicem kan manueel of machinaal verwerkt worden op homogene ondergronden die geschikt zijn voor traditionele sierpleisters. Het gaat voornamelijk over volgende ondergronden:
-cellenbeton
-betonblokken
-minerale ondergronden
-aanbrandlagen van Cement'in P.
Granicem pleisters zijn zowel geschikt voor nieuwbouw als voor renovatiewerken.
Granicem pleisters kunnen rechtstreeks op de drager aangebracht worden volgens de krabpleister-techniek.
Samenstelling
Granicem is een homogeen industrieel mengsel van wit Portlandcement, gehydrateerde bouwkalk, toeslag- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Granicem is een kant-en-klare, hydraulische mortel voor een waterafstotende en decoratieve gevelbepleistering.

Granicem pleisters zijn beschikbaar in 48 standaardkleuren. Andere kleuren zijn beschikbaar op aanvraag.
 
Voorbereiding ondergrond
De dragers dienen stabiel, zuiver, proper en ontstoft te zijn. Organische verontreiniging wordt verwijderd. Granicem kan rechtstreeks op de drager aangebracht worden. Op heterogene dragers wordt Cement'in P aangebracht. Glad beton dient vooraf ingestreken te worden met de hechtlaag Fixprim of Betoprim. Bij renovatie is het aangeraden om 7 dagen voordien Cement'in C, Cement'in C+G of Cement'in Meg aan te brengen, om een gezonde ondergrond te bekomen. Bij droog en/of warm weer dienen de dragers enkele uren vooraf bevochtigd te worden. Sterk zuigende ondergronden dienen de dag voordien goed voorbevochtigd te worden. Tijdens het aanbrengen en het verharden van het pleister mag de omgevings- en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C. Het gebruik van het pleister op bevroren of ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico op vorst na het aanbrengen. Het is vereist bij droog, warm of winderig weer het aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen.
Verwerken
Uitvoering op metselwerk:
1. Ruw gespoten afwerking en ruw verdichte afwerking:
De eerste gang is overal minimum 10 mm dik. Zodra de eerste gang vormvast, maar nog niet uitgedroogd is, wordt de korrelstructuur op 3 à 5 mm in een tweede spuitbeurt aangebracht. De tweede spuitbeurt dringt niet in de eerste. Voor de verdichte afwerking wordt de ruw gespoten tweede laag afgewerkt door het platdrukken van het oppervlak met een plakspaan.
2. Gekrabde afwerking:
Het pleister wordt aangebracht in 1 of 2 gangen op een totale gemiddelde dikte van 15 mm. Bij het begin van verharding wordt de oppervlakte gelijkmatig afgewerkt met een krabber. De dikte bedraagt na afwerking overal minstens 12 mm.
3. Geschuurde afwerking:
Men brengt een eerste op van minstens 8 tot 10 mm dikte. Na 2 uur wachttijd wordt de tweede gang op ± 5 mm dikte aangebracht, afgereid en verdicht met een plakspaan. Zodra het pleister verhardt, met een schuurbord afwerken. Deze afwerking wordt afgeraden op grote oppervlakken.
Uitvoering op beton of pleisters: Het pleister wordt dan als decoratieve afwerkingslaag aangebracht. De einddikte zal ± 7 à 8 mm bedragen.
Ongeacht de afwerking, gebeurt het opbrengen steeds in twee gangen op beton.
De verwerking moet de voorschriften van het Cahier CSTB 2669-2 'Algemene voorwaarden voor de verwerking van waterwerende éénlagige pleisters' naleven. Naar de norm DTU 26
Verbruik
Voor een afwerking van 13 mm : Gespoten ± 22 kg/m² Gekrabd ± 25 kg/m² Geschuurd   ± 22 kg/m²
 
 
 
Technische kenmerken
Korrelgrootte:
0 - 1,5 mm
 
Volumemassa:
± 1500 kg/m³
 
Elasticiteitsmodulus:
± 9000 MPa
 
Buigtreksterkte:
≥ 2,0 MPa
 
Hechting na cycli:
≥ 0,2 MPa (breukpatroon A, B of C)
 
Waterretentie:
± 96 %
 
Waterabsorptie:
W2
 
Waterdoorlatendheid:
≤ 1 ml/cm²
 
Waterdampdoorlaatbaarheid
≤ 35
 
Capilariteit:
µ:< 1,5
 
Brandreactie:
A1
 
Verpakking
Granicem is verpakt in zakken van 30 kg, gestapeld op Europalletten (1260 kg per pallet) met beschermhoes. De houdbaarheidstermijn in deze verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 12 maanden.
Classificatie
Type ondergrond RT 3 volgens NF DTU 26.1.
Granicem kan manueel of machinaal aangebracht worden op dragers zoals:
- metselwerk in betonblokken of baksteen volgens norm NF XP10-202 (ref. DTU 20.1).
- ontkist beton volgens de norm NF P18-210 (ref. DTU 23.1).
- hydraulische pleisters volgens de norm NF P15-201 (ref. DTU 26.1).
- cementgebonden raaplagen (Cement'in P).
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Voorbereiding mengsel
Mechanisch mengen in een mengkuip, speciemolen of spuitmachine om kleurnuances te vermijden. Respecteer eenzelfde mengtijd en gebruik altijd dezelfde hoeveelheid water: 5 tot 6 liter aanmaakwater per zak van 30 kg Granicem. Verwerkingstijd: ± 1uur. Na verstijving door een begin van binding, de mortel niet meer hermengen of aanlengen.
 

 

 








 

Gunit Form Thixo
Decoratieve éénlagige gevelpleister voor gebruik op gevelisolatiesystemen
Toepassingsgebied
Gunit Form Thixo is speciaal ontwikkeld voor het maken, vormen, modelleren van decoratieve rotspartijen, sculpturen en ornamenten.
Gunit Form Thixo kan binnen en buiten worden toegepast voor het modelleren en creatief vormgeven van:
- Allerhande kunstwerken en kunstobjecten in o.a. pretparken, dierentuinen, speelplaatsen en winkelpanden.
- Rotspartijen.
- Klimwanden.
- Grotten.
 
Samenstelling
Gunit Form Thixo is een homogeen mengsel van witte cement, gekalibreerde zanden en lichtgewicht aggregaten.
- Bindmiddelen: witte Portlandcement CEM I 52,5 R-SR5 volgens EN 197-1.
- Granulaat: gekalibreerd rivierzand volgens EN 13139. Lichtgewichttoeslag volgens EN 13055.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit, thixotropie en verpompbaarheid van de spuitmortel te verbeteren.
- Anorganische ijzeroxide pigmenten: ter kleurbepaling.
Eigenschappen
Gunit Form Thixo is een kant-en-klare, hydraulische mortel met volgende eigenschappen:
- Zowel manueel als machinaal (dmv de natte spuitmethode) toepasbaar.
- Thixotrope eigenschappen met goed standvermogen.
- Uitstekende verwerkbaarheid en modelleerbaarheid.
- Minimale rebound & stofontwikkeling bij het nat verspuiten.
- Toepasbaar in combinatie met alkalibestendige wapeningsnetten.
- Kan rechtstreeks op de drager worden aangebracht in één of meerdere lagen van 10 tot 20 mm per laag en in combinatie met metalen of alkalibestendige wapeningsnetten.
Verwerken
De pleister wordt manueel aangebracht of met de machine gespoten (bijv. wormpomp type Putzmeister).
De laagdikte bedraagt minimaal 10 mm en maximaal 20 mm per arbeidsgang. Dikkere lagen kunnen in meerdere arbeidsgangen nat-in-nat worden aangebracht, d.w.z. zodra de onderliggende laag vormvast is maar nog niet uitgedroogd.
Om een goede hechting te bekomen en om luchtbellen te vermijden worden de opeenvolgende lagen verdicht door aandrukken.
Bij toepassing op een metalen of kunststof wapeningsnet dient de eerste laag het wapeningsnet volledig te omvatten. Deze eerste laag wordt ruw gespoten of opgekamd. Na een droogtijd van minimaal 24 uur kan de tweede laag worden aangebracht.
Verwerkingstijd (verpompbaarheid na mengen) van het aangemaakte mengsel bij +20°C: ± 1uur.
Na het spuiten kan de gespoten laag ca. 2-4 uur bewerkt worden met gereedschappen (truweel, borstel etc.) om het gewenste effekt te creëren dat voorzien wordt.
Tijdens het verwerken en het uithardingsproces mogen de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond niet lager zijn dan +5°C en niet hoger dan +30°C.
Nabehandeling
De vers aangebrachte mortel beschermen tegen regen of te snelle uitdroging (hitte en tocht) d.m.v. gepaste nabehandelingsmethode.
Het gebruikte gereedschap onmiddellijk reinigen met water. Uitgehard materiaal kan alleen mechanisch verwijderd worden.
Verbruik
± 700 L specie / ton droog poeder
Technische kenmerken
Korrelgrootte:
0 - 1,5 mm
 
Elasticiteitsmodulus:
± 10000 MPa
 
Buigtreksterkte na 28 dagen:
≥ 4,5 MPa
 
Druksterkte na 28 dagen:
≥ 10,0 MPa
 
Hechting na cycli:
≥ 0,2 MPa
 
Waterretentie:
± 95 %
 
Waterabsorptie:
W2
 
Waterdoorlatendheid:
≥ 1ml/cm²
 
Waterdampdoorlaatbaarheid µ:
< 35
 
Densiteit natte mortel
± 1750 kg/m³
 
Densiteit droge mortel
± 1650 kg/m³
 
Brandreactie klasse:
A1
 
Verpakking
Gunit Form Thixo is verpakt in zakken van 25 kg (1200 kg/pallet) met een beschermhoes.
De houdbaarheid bedraagt 12 maanden, na productiedatum in originele, verzegelde, ongeopende en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
Classificatie
Droge mortel, klaar voor gebruik, GP-CS IV volgens EN 998-1.
Milieuklasse volgens EN 206-1: X0, XC3, XD2, XS2, XF2, XA1.



 
 
 
 

Voorbereiding mengsel
Bij voorkeur mechanisch mengen tot een klontervrije, homogene consistentie in een mengkuip, dwangmenger of spuitmachine. Om kleurnuances te vermijden dient steeds eenzelfde mengtijd en dezelfde hoeveelheid aanmaakwater gebruikt te worden: 3,75 tot 4,15 liter per zak van 25 kg Gunit FormThixo. Na verstijving door een begin van binding, de mortel niet meer hermengen of aanlengen.







 

Granicem L
Decoratieve éénlagige lichtgewicht gevelpleister
Toepassingsgebied
Granicem L kan manueel of machinaal verwerkt worden op homogene ondergronden die geschikt zijn voor traditionele sierpleisters. Het gaat voornamelijk over volgende ondergronden:
-betonblokken
-minerale ondergronden
-aanbrandlagen van Cement'in C, Cement'in C+G of Cement'in Meg.
Granicem L pleisters zijn zowel geschikt voor nieuwbouw als voor renovatiewerken.
Granicem L pleisters kunnen rechtstreeks op de drager aangebracht worden volgens de krabpleister-techniek.
Samenstelling
Granicem L is een homogeen industrieel mengsel van wit Portlandcement, gehydrateerde bouwkalk, lichtgewicht aggregaten, toeslag- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Granicem L is een kant-en-klare, hydraulische mortel voor een waterafstotende en decoratieve gevelbepleistering.
Granicem L pleisters zijn beschikbaar in 48 standaardkleuren. Andere kleuren zijn beschikbaar op aanvraag.
 
Voorbereiding ondergrond
De dragers dienen stabiel, zuiver, proper en ontstoft te zijn. Organische verontreiniging wordt verwijderd. Granicem L kan rechtstreeks op de drager aangebracht worden. Op heterogene dragers wordt Cement’in C aangebracht. Glad beton dient vooraf ingestreken te worden met de hechtlaag Betoprim. Bij renovatie is het aangeraden om 7 dagen voordien Cement’in C, Cement’in C+G of Cement’in Meg aan te brengen, om een gezonde ondergrond te bekomen. Bij droog en/of warm weer dienen de dragers enkele uren vooraf bevochtigd te worden. Sterk zuigende ondergronden dienen de dag voordien goed voorbevochtigd te worden. Tijdens het aanbrengen en het verharden van het pleister mag de omgevings- en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C. Het gebruik van het pleister op bevroren of ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico op vorst na het aanbrengen. Het is vereist bij droog, warm of winderig weer het aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen.
Verwerken
Uitvoering op metselwerk:
1.Ruw gespoten afwerking en ruw verdichte afwerking.
De eerste gang is overal minimum 10 mm dik. Zodra de eerste gang vormvast, maar nog niet uitgedroogd is, wordt de korrelstructuur op 3 à 5 mm in een tweede spuitbeurt aangebracht. De tweede spuitbeurt dringt niet in de eerste. Voor de verdichte afwerking wordt de ruw gespoten tweede laag afgewerkt door het platdrukken van het oppervlak met een plakspaan.
2. Gekrabde afwerking.
Het pleister wordt aangebracht in 1 of 2 gangen op een totale gemiddelde dikte van 15 mm. Bij het begin van verharding wordt het oppervlak gelijkmatig afgewerkt met een krabber. De dikte bedraagt na afwerking overal minstens 12 mm.
3. Geschuurde afwerking.
Men brengt een eerste op van minstens 8 tot 10 mm dikte. Na 2 uur wachttijd wordt de tweede gang op ± 5 mm dikte aangebracht, afgereid en verdicht met een plakspaan. Zodra het pleister verhardt, met een schuurbord afwerken. Deze afwerking wordt afgeraden op grote oppervlakken.
Uitvoering op beton of pleisters:
Het pleister wordt dan als decoratieve afwerkingslaag aangebracht. De einddikte zal ± 7 à 8 mm bedragen.
Ongeacht de afwerking, gebeurt het opbrengen steeds in twee gangen op beton. De verwerking moet de voorschriften van het Cahier CSTB 2669-2‘ Algemene voorwaarden voor de verwerking van waterwerende éénlagige pleisters’ naleven.
Verbruik
Voor een afwerking van 13 mm: Gespoten    ± 19 kg/m²  Gekrabd      ± 22 kg/m² Geschuurd  ± 19 kg/m²
Technische kenmerken
Korrelgrootte:
0 - 2 mm
 
Volumemassa:
± 1340 kg/m³
 
Elasticiteitsmodulus:
± 4800 MPa
 
Buigtreksterkte:
≥ 2,0 MPa
 
Hechting na cycli:
≥ 0,2 MPa
 
Waterretentie:
± 95 %
 
Waterabsorptie:
W2
 
Waterdoorlatendheid:
≤ 1ml/cm²
 
Waterdampdoorlaatbaarheid µ:
< 35
 
Brandreactie:
A1
 
Verpakking
Granicem L is verpakt in zakken van 25 kg, gestapeld op Europalletten (1200 kg per pallet) met beschermhoes. De houdbaarheidstermijn in deze verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 12 maanden.
Classificatie
Granicem L kan manueel of machinaal aangebracht worden op dragers zoals:- metselwerk in betonblokken of baksteen volgens norm NF 10-202 (ref. DTU 20.1).
- ontkist beton volgens de norm NF P18-210 (ref. DTU2 3.1).
- hydraulische pleisters volgens de norm NF P15-201 (ref. DTU 26.1).
-aanbrandlagen van Cement'in C, Cement'in C+G of cement'in Meg.
Overeenkomstig de Europese norm EN 998-1: OC2 Eénlagige pleistermortel
Type ondergrond RT3 et RT2 volgensn NF DTU 26.1 April 2008.



 
 
 

Voorbereiding mengsel
Mechanisch mengen in een mengkuip, speciemolen of spuitmachine om kleurnuances te vermijden. Respecteer eenzelfde mengtijd en gebruik altijd dezelfde hoeveelheid water : 5,0 tot 6,0 liter aanmaakwater per zak van 25 kg Granicem L. Verwerkingstijd : ± 1uur. Na verstijving door een begin van binding, de mortel niet meer hermengen of aanlengen.







 

Granicem UL
Decoratieve éénlagige ultra lichte gevelpleister
Toepassingsgebied
Granicem UL kan manueel of machinaal aangebracht worden op dragers zoals:
-cellenbeton
-betonblokken
-minerale ondergronden
-aanbrandlagen van Cement'in C, Cement'in C+G of Cement'in Meg.
Granicem UL pleisters zijn zowel geschikt voor nieuwbouw als voor renovatiewerken.
Granicem UL pleisters kunnen rechtstreeks op de drager aangebracht worden volgens de krabpleister-techniek.
Samenstelling
Granicem UL is een homogeen industrieel mengsel van wit Portlandcement, gehydrateerde kalk, lichtgewicht aggregaten, toeslag- en hulpstoffen.
Eigenschappen
Granicem UL is een kant-en-klare, hydraulische mortel voor een waterafstotende en decoratieve gevelbepleistering.
Granicem UL pleisters zijn beschikbaar in 48 standaardkleuren. Andere kleuren zijn beschikbaar op aanvraag.
 
Voorbereiding ondergrond
De dragers dienen stabiel, zuiver, proper en ontstoft te zijn. Organische verontreiniging wordt verwijderd.
Granicem kan rechtstreeks op de drager aangebracht worden.
Op heterogene dragers wordt Cement’in P aangebracht. Glad beton dient vooraf ingestreken te worden met de hechtlaag Betoprim of Fixprim.
Bij renovatie is het aangeraden om 7 dagen op voordien Cement’in C, Cement’in C+G of Cement’in Meg aan te brengen, om een gezonde ondergrond te bekomen.
Bij droog en/of warm weer dienen de dragers enkele uren vooraf bevochtigd te worden. Sterk zuigende ondergronden dienen de dag voordien goed voorbevochtigd te worden.
Tijdens het aanbrengen en het verharden van het pleister mag de omgevings- en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan 5° C en niet hoger dan 30° C.
Het gebruik van het pleister op bevroren of ontdooiende ondergrond is verboden, evenals bij risico op vorst na het aanbrengen.
Het is vereist bij droog, warm of winderig weer het aangebrachte pleister te benevelen tegen te snel uitdrogen.
Verwerken
Uitvoering op metselwerk:

1.Ruw gespoten afwerking en ruw verdichte afwerking:
De eerste gang is overal minimum 10 mm dik. Zodra de eerste gang vormvast, maar nog niet uitgedroogd is, wordt de korrelstructuur op 3 à 5 mm in een tweede spuitbeurt aangebracht.
De tweede spuitbeurt dringt niet in de eerste.
Voor de verdichte afwerking wordt de ruw gespoten tweede laag afgewerkt door het platdrukken van het oppervlak met een plakspaan.
2. Gekrabde afwerking:
Het pleister wordt aangebracht in 1 of 2 gangen op een totale gemiddelde dikte van 15 mm. Bij het begin van verharding wordt het oppervlak gelijkmatig afgewerkt met een krabber.
De dikte bedraagt na afwerking overal minstens 12 mm.
3. Geschuurde afwerking:
Men brengt een eerste op van minstens 8 tot 10 mm dikte.
Na 2 uur wachttijd wordt de tweede gang op ± 5 mm dikte aangebracht, afgereid en verdicht met een plakspaan. Zodra het pleister verhardt, met een schuurbord afwerken.

Uitvoering op beton of pleisters:

Het pleister wordt dan als decoratieve afwerkingslaag aangebracht.
De einddikte zal ± 7 à 8 mm bedragen.
Ongeacht de afwerking, gebeurt het opbrengen steeds in twee gangen op beton.
De verwerking moet de voorschriften van het Cahier CSTB 2669-2‘ Algemene voorwaarden voor de verwerking van waterwerende éénlagige pleisters’ naleven.
 
Verbruik
Voor een afwerking van 13 mm:
Gespoten ± 15 kg/m² Gekrabd ± 18 kg/m² Geschuurd ± 15 kg/m²
Technische kenmerken
Korrelgrootte:
0 - 1,5 mm
 
Volumemassa:
± 1200 kg/m³
 
Elasticiteitsmodulus
± 4000 MPa
 
Buigtreksterkte:
≥ 1,0 MPa
 
Waterretentie:
± 97 %
 
Capillariteit:
C1
 
Verpakking
Granicem UL is verpakt in zakken van 30 kg, gestapeld op Europalletten (1260 kg per pallet) met beschermhoes.
De houdbaarheidstermijn in deze verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 12 maanden.
 




Classificatie
Granicem UL kan manueel of machinaal worden verwerkt op ondergronden waarop ook traditionele hydraulische pleisters verwerkt kunnen worden, m.a.w. voornamelijk op:
- metselwerken van het type Rt2 en Rt3 (DTU 26.1).
- Metselwerk in betonblokken of baksteen volgens norm EN 1996-1 & EN 771-1.
- Ontkist beton volgens de norm EN 206-1.
- Hydraulische pleisters volgens de norm EN 13914-1.
- Cementgebonden raaplagen.
Conform DTU 26.1 April 2008.
Certificaat CSTB 176 M 168 pleister van het type OC 2.
Ondergronden van het type RT3 en RT2


Voorbereiding mengsel
Mechanisch mengen in een mengkuip, speciemolen of spuitmachine om kleurnuances te vermijden.
Respecteer eenzelfde mengtijd en gebruik altijd dezelfde hoeveelheid water :
- 6,5 tot 7,5 liter aanmaakwater per zak van 30 kg Granicem UL.
Verwerkingstijd : ± 1uur
Na verstijving door een begin van binding, de mortel niet meer hermengen of aanlengen.