Dekvloermortels

Met een dekvloermortel wordt de vloer uitgevlakt en waterdicht.

Cera'grip HB
Minerale flexibele hechtbrug
Toepassingsgebied
Cera'grip HB kan als hechtbrug worden toegepast o.a.voor chapes en/of vergelijkbare minerale mortels (leg/plaatsingsmortels) die nat in nat op een betonondergrond dienen te worden aangebracht. Cera'grip HB kan ook worden toegepast voor het nat in nat plaatsen van kasseien in plaatsings/legmortel. Cera'grip HB wordt tevens toegepast als hechtbrug voor het nat in nat plaatsen van keramische tegels op cementgebonden dekvloeren.
Te gebruiken op horizontale ondergronden, binnen en buiten.
 
Samenstelling
Cera'grip HB is een fabrieksmatig geproduceerde polymeer gemodificeerde droge mortel op minerale basis.
Kleur
Grijs
Eigenschappen
Cera'grip HB is een hydraulisch hardende, polymeer gemodificeerde, waterdampdiffusie-open en gemakkelijk te verwerken mortelhechtbrug. Cera'grip HB verzekert een sterke hechting tussen de betonondergrond en de chape, tussen de plaatsings/legmortel en de kasseien, alsook tussen de cementgebonden dekvloer en de tegels.
Voorbereiding ondergrond
Voor renovatiewerken moet de ondergrond mechanisch opruwen bijvoorbeeld borstelen, frezen of staalstralen. De ondergrond moet vast en belastbaar zijn.
De ondergrond, de kasseien en de keramische tegels moeten schoon, stofvrij zijn en vrij van oliën, vetten of overige residuen die de hechting nadelig kunnen beinvloeden.
De minerale ondergrond dient ruim van te voren zorgvuldig te worden voorbevochtigd voordat Cera'grip HB wordt aangebracht.
Voor wat betreft de ondergrondbeoordeling moeten de hiervoor geldende normen en voorschriften in acht worden genomen.
Verwerken
Verwerken als hechtbrug op een betonondergrond voor het leggen van cementgebonden chape:
Op de nog enigszins vochtige ondergrond wordt Cera'grip HB met een borstel aangebracht en intensief over het hele oppervlak ingeborsteld in de betonondergrond. Cera'grip HB nat in nat op de vochtige ondergrond toepassen. De nat aangebrachte hechtlaag niet laten drogen.

Verwerken als hechtbrug onder kasseien en klinkers:
Kasseien en klinkers in de mortelkuip, die het mengsel Cera'grip HB bevat, dompelen en het nat in nat in de plaatsings/legmortel plaatsen.

Verwerken als hechtbrug onder keramische tegels:
Cera'grip HB met een borstel op de rug van de keramische tegels aanbrengen en het nat in nat op de cementgebonden dekvloer plaatsen.

Na beëindiging van de werkzaamheden het menggereedschap en overige gereedschap schoonmaken.
Alleen verwerken bij temperaturen (ondergrondtemperaturen) van 5 °C tot 30 °C.
 
Verbruik
Ca. 1.4 - 1,8 kg/m² afhankelijk van de toepassing, oppervlaktestructuur en het absorptievermogen van de ondergrond.

 
Technische kenmerken
Verwerkingsduur
ca. 45 minuten bij 20 °C
 
Hechtsterkte na 28 dagen
> 2,0 N/mm²
 



Verpakking
Cera'grip HB is verpakt in papieren zakken van 25 kg (600 kg/pallet) en wordt geleverd op europalleten. De houdbaarheidsduur in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
 
Voorbereiding mengsel
De benodigde hoeveelheid schoon leidingwater (mengverhouding: 5 – 5,5 L water per 25 kg-emmer) wordt in een mortelkuip of mengmachine gegoten. Cera'grip HB langzaam toevoegen en met een geschikte menger op laag toerental mengen tot een homogene en klontvrije massa ontstaat. De gemengde mortel ca. 3 minuten laten staan en dan nog eens doormengen. De voorbehandelde ondergrond van tevoren voldoende vochtig maken. Pas op voor het ontstaan van plassen.
Chape 155
Traditionele dekvloermortel - CT-C5-F1 volgens 13813
Toepassingsgebied
Chape 155 is geschikt voor het plaatsen van cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten, voor het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken.
Eigenschappen
Chape 155 is een droog, voorgemengd zand-cement mengsel voor het leggen van cementgebonden dekvloeren volgens EN 13813.
Verbruik
Opbrengst:
- 1 ton droge dekvloermortel levert ca. 525 L specie,
- 40 kg droge dekvloermortel levert ca. 21 L specie,
- 25 kg droge dekvloermortel levert ca. 13 L specie.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
C5 / F1
 
Gem. druksterkte na 28 dagen
5,0 N/mm²
 
Gem. buigtreksterkte na 28 dagen
1,0 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/4 mm
 
Waterbehoefte
± 8 %
 
Debiet / Opbrengst
± 525 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Volumemassa natte mortel
± 2150 kg/m³
 
 

 








 

Chape 205
Traditionele dekvloer - CT-C7-F1 volgens EN 13813
Toepassingsgebied
Chape 205 is geschikt voor het plaatsen van cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten, voor het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken.
Samenstelling
Chape 205 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid van de mortel te verbeteren.
Eigenschappen
Chape 205 is een droog, voorgemengd zand-cement mengsel voor het leggen van cementgebonden dekvloeren.
Voorbereiding ondergrond
De ondergrond moet vrij zijn van olieën, vetten of andere onzuiverheden.
Vòòr het aanbrengen van chape, poreuze oppervlakken voldoende voorbevochtigen.
Indien nodig, betonnen ondergronden voorbehandelen met een cementgebonden hechtbrug bv. Cera'grip HB. Daarna Chape 205 "nat in nat" aanbrengen.
Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de chape, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Verwerken
Constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer.
De omtrek is voorzien van randvoegen.
De specie wordt uitgespreid en op niveau gebracht met een aftrekregel.
Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.
Het afgewerkte oppervlak beschermen tegen snelle uitdroging en tocht (plasticfolie, natte jute, bevochtigen, enz.).
De vloerbekleding (tegels, tapijt, linoleum, parket, laminaat) kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende gedroogd is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.
Het maximum vochtgehalte moet < 2,0 M. % voor reguliere chapes en < 1,8 M. % voor vloerverwarmde chapes (met slangen gevuld met warm water) niet overschreden wordt. Deze waarden zijn met een CM-apparaat gemeten en zijn in massapercent uitgedrukt.
 
Verbruik
Opbrengst:
- 1 ton droge mortel Chape 205 levert ca. 525 L specie.
- 25 kg droge mortel Chape 205 levert ca. 13 L specie.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
C7-F1
 
Gem. druksterkte na 28 dagen
≥ 10,0 N/mm²
 
Gem. buigtreksterkte na 28 dagen
≥ 1,5 N/mm²
 
Korrelgrootte
0/4 mm
 
Waterbehoefte
± 8 %
 
Debiet / Opbrengst
± 525 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 2075 kg/m³
 
Volumemassa natte mortel
± 2125 kg/m³
 
Verpakking
Chape 205 is verpakt in zakken van 25 kg en 40 kg, gestapeld op paletten (1200 kg en 1600 kg per pallet) met een beschermhoes en in bigbags van 1200 kg.
De houdbaarheidstermijn in de originele gesloten verpakking, droog opgeslagen, bedraagt 12 maanden.
Classificatie
CT-C7-F1 volgens EN 13813. (UPEC P2)
Chape 205 beantwoordt aan de Technische Voorlichting (TV 189) van het WTCB.






Voorbereiding mengsel
Chape 205 vermengen met ongeveer 8% zuiver water voor een aardvochtig mengsel (2 L water per zak van 25 kg).
Bij voorkeur mechanisch mengen tot de geschikte consistentie is bekomen.
De specie moet homogeen, smeuïg en klontervrij zijn.
Na aanmaak van het mengsel dient de chape verwerkt te worden binnen 2 uren.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
 

 

 


 

Chape 255
Dekvloermortel - CT-C12-F2 volgens EN 13813
Toepassingsgebied
Chape 255 is geschikt voor:
- het plaatsen van cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten,
- het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken,
- het stabiliseren van niet verharde ondergronden.
Samenstelling
Chape 255 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd en hersamengesteld rivierzand 0/4 mm volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: ter optimalisatie van de verwerkbaarheid.
Eigenschappen
Chape 255 is een droog, gebruiksklaar, voorgemengd zand-cement mengsel voor het leggen van cementgebonden dekvloeren.
- Mengklaar.
- Product geformuleerd met industriële regelmaat.
- Makkelijk te verwerken.
- Geoptimaliseerde samenstelling.
- Zowel binnen als buiten te gebruiken.
Verwerken
Constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer en de dilatatievoegen moeten worden gerespecteerd. De omtrek is voorzien van randvoegen.
Indien nodig wapeningsnet plaatsen. Het net wordt geplaatst op ong. 2/3 van de totale chapedikte. De chapemortel wordt over het volledige oppervlak uitgespreid tot er voldoende materiaal is aangebracht voor de voorziene dikte en op niveau gebracht met een aftrekregel. Verdicht het aangebrachte materiaal. Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.

De vloerbekleding (tegels, tapijt, linoleum, parket, laminaat) kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende droog is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.
Het maximum vochtgehalte moet < 2,0 M.% voor reguliere chapes en < 1,8 M.% voor chapes in combinatie met vloerverwarming op basis van warm water bedragen. Deze waarden zijn met een CM-apparaat gemeten en zijn massapercentage uitgedrukt.

Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de chape, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C. Na verwerking onmiddellijk alle gereedschappen reinigen met water. Uitgeharde dekvloermortel kan enkel nog mechanisch worden verwijderd.
 
Nabehandeling
Het oppervlak beschermen tegen tocht en uitdroging dmv. een gepaste nabehandelingsmethode (plasticfolie, natte jute, bevochtigen, enz.).
Het werk beschermen tegen koude, slagregen, wind en temperaturen boven +30°C.
Verbruik
Opbrengst:
- ± 525 L chapespecie per ton droge chape,
- ± 13 L chapespecie per 25 kg droge chape.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
C12-F2
 
Druksterkte na 28 dagen
≥ 12,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
≥ 2,0 N/mm²
 
Granulometrie / Korrelgrootte
0/4 mm
 
Waterbehoefte
± 8 %
 
Debiet / Opbrengst
± 525 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Volumemassa natte mortel
± 2150 kg/m³
 
Verpakking
Chape 255 is verpakt:
- in plastic of papieren zakken van 25 kg, gestapeld op palletten (1200 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in bigbags van 1200 kg,
- in silo
De verpakking kan per land verschillen.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.





Opmerking
De uitvoering van de werken dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van Buildwise (TV 189) en van deze technische fiche.

De vermelde technische kenmerken werden bepaald door testen volgens de geldende normen en bewaarcondities.
Classificatie
CT-C12-F2 volgens EN 13813.

 





Voorbereiding mengsel
- Zak:
Chape 255 vermengen met ongeveer 8 % zuiver water voor een aardvochtig mengsel (ong. 2 L water per zak van 25 kg).
Bij voorkeur mechanisch mengen tot de geschikte consistentie is bekomen. De specie moet homogeen en klontervrij zijn.

- Silo:
In geval van verwerking d.m.v. het Cantillana Silomix systeem, verwijzen we naar de verwerkingsvoorschriften hieromtrent. Deze zijn verkrijgbaar op eenvoudig verzoek.
De menginstallatie van de silo wordt aangesloten op water en elektriciteit:
- Water: minimaal 2,5 kg waterdruk, aangesloten op het waternet of opgepompt uit een waterreservoir.
- Elektriciteit: keuze uit 220 V monofasig voorzien van een motor van 2,2 kW, of 220 / 380 V driefasig voorzien van een motor van 4/5,5/7,5 kW.
Met een eenvoudige druk op de knop krijgt men ogenblikkelijk de gewenste hoeveelheid mortel.
Het rendement van de mengvijzel bedraagt, naargelang het type 20, 40, 50 of 100 L/min.
In functie van de te verwerken materialen en de weersomstandigheden kan de consistentie van de mortel bepaald worden dankzij de regelbare watertoevoer.
Een verdeelkast maakt het mogelijk steeds een vooraf bepaalde hoeveelheid mortel aan te maken.

Na aanmaak van het mengsel dient de chape verwerkt te worden binnen ong. 2 uur (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 

 


 

Chape 305
Dekvloermortel - CT-C16-F3 volgens EN 13813
Toepassingsgebied
Chape 305 is geschikt voor:
- het plaatsen van cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten,
- het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken,
- het stabiliseren van niet verharde ondergronden.
Samenstelling
Chape 305 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd en hersamengesteld rivierzand 0/4 mm volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: ter optimalisatie van de verwerkbaarheid.
Eigenschappen
Chape 305 is een droog, gebruiksklaar, voorgemengd zand-cement mengsel voor het leggen van cementgebonden dekvloeren.
- Mengklaar.
- Product geformuleerd met industriële regelmaat.
- Makkelijk te verwerken.
- Geoptimaliseerde samenstelling.
- Zowel binnen als buiten te gebruiken.
Verwerken
Constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer en de dilatatievoegen moeten worden gerespecteerd. De omtrek is voorzien van randvoegen.
Indien nodig wapeningsnet plaatsen. Het net wordt geplaatst op ong. 2/3 van de totale chapedikte. De chapemortel wordt uitgespreid en op niveau gebracht met een aftrekregel. Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.

De vloerbekleding (tegels, tapijt, linoleum, parket, laminaat) kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende droog is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.
Het maximum vochtgehalte moet < 2,0 M.% voor reguliere chapes en < 1,8 M.% voor chapes in combinatie met vloerverwarming op basis van warm water bedragen. Deze waarden zijn met een CM-apparaat gemeten en zijn massapercentage uitgedrukt.

Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de chape, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C. Na verwerking onmiddellijk alle gereedschappen reinigen met water. Uitgeharde dekvloermortel kan enkel nog mechanisch worden verwijderd.
 
Nabehandeling
Het oppervlak beschermen tegen tocht en uitdroging dmv. een gepaste nabehandelingsmethode (plasticfolie, natte jute, bevochtigen, enz.).
Het werk beschermen tegen koude, slagregen, wind en temperaturen boven +30°C.
Verbruik
Opbrengst:
- ± 525 L chapespecie per ton droge chape,
- ± 13 L chapespecie per 25 kg droge chape.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
C16-F3
 
Druksterkte na 28 dagen
≥ 16,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
≥ 3,0 N/mm²
 
Granulometrie / Korrelgrootte
0/4 mm
 
Waterbehoefte
± 8 %
 
Debiet / Opbrengst
± 525 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 2100 kg/m³ ± 10%
 
Volumemassa natte mortel
± 2150 kg/m³
 
Verpakking
Chape 305 is verpakt:
- in papieren zakken van 25 kg, gestapeld op palletten (1200 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in big bags van 1200 kg,
- in silo
De verpakking kan per land verschillen.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.





Opmerking
De uitvoering van de werken dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB (TV 189) en van deze technische fiche.

De vermelde technische kenmerken werden bepaald door testen volgens de geldende normen en bewaarcondities.
Classificatie
CT-C16-F3 volgens EN 13813.

 





Voorbereiding mengsel
- Zak:

Chape 305 vermengen met ongeveer 8 % zuiver water voor een aardvochtig mengsel (ong. 2 L water per zak van 25 kg).
Bij voorkeur mechanisch mengen tot de geschikte consistentie is bekomen. De specie moet homogeen en klontervrij zijn.
Na aanmaak van het mengsel dient de chape verwerkt te worden binnen ong. 2 uur (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.

- Silo:

In geval van verwerking d.m.v. het Cantillana Silomix systeem, verwijzen we naar de verwerkingsvoorschriften hieromtrent. Deze zijn verkrijgbaar op eenvoudig verzoek.
Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 

 


 

Chape 305 R
Vertraagde dekvloermortel - CT-C16-F3 volgens EN 13813
Toepassingsgebied
Chape 305 R is geschikt voor:
- het plaatsen van cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten,
- het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken,
- het stabiliseren van niet verharde ondergronden.

Chape 305 R is vertraagd met verwerking van 4 tot 5 uur.
Samenstelling
Chape 305 R is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd en hersamengesteld rivierzand 0/4 mm volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: ter optimalisatie van de verwerkbaarheid.
Eigenschappen
Chape 305 R is een droog, gebruiksklaar, voorgemengd zand-cement mengsel voor het leggen van cementgebonden dekvloeren.
- Langere verwerkingstijd.
- Mengklaar.
- Product geformuleerd met industriële regelmaat.
- Makkelijk te verwerken.
- Geoptimaliseerde samenstelling.
- Zowel binnen als buiten te gebruiken.
Verwerken
Constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer en de dilatatievoegen moeten worden gerespecteerd. De omtrek is voorzien van randvoegen.
Indien nodig wapeningsnet plaatsen. Het net wordt geplaatst op ong. 2/3 van de totale chapedikte. De chapemortel wordt uitgespreid en op niveau gebracht met een aftrekregel. Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.

De vloerbekleding (tegels, tapijt, linoleum, parket, laminaat) kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende droog is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.
Het maximum vochtgehalte moet < 2,0 M.% voor reguliere chapes en < 1,8 M.% voor chapes in combinatie met vloerverwarming op basis van warm water bedragen. Deze waarden zijn met een CM-apparaat gemeten en zijn massapercentage uitgedrukt.

Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de chape, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C. Na verwerking onmiddellijk alle gereedschappen reinigen met water. Uitgeharde dekvloermortel kan enkel nog mechanisch worden verwijderd.
 
Nabehandeling
Het oppervlak beschermen tegen tocht en uitdroging dmv. een gepaste nabehandelingsmethode (plasticfolie, natte jute, bevochtigen, enz.).
Het werk beschermen tegen koude, slagregen, wind en temperaturen boven +30°C.
Verbruik
Opbrengst:
- ± 525 L chapespecie per ton droge chape.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
C16-F3
 
Druksterkte na 28 dagen
≥ 16,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
≥ 3,0 N/mm²
 
Granulometrie / Korrelgrootte
0/4 mm
 
Waterbehoefte
± 8 %
 
Debiet / Opbrengst
± 525 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 2100 kg/m³ ± 10%
 
Volumemassa natte mortel
± 2150 kg/m³
 
Verpakking
Chape 305 R is verpakt in silo.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
De uitvoering van de werken dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB (TV 189) en van deze technische fiche.

De vermelde technische kenmerken werden bepaald door testen volgens de geldende normen en bewaarcondities.





Classificatie
CT-C16-F3 volgens EN 13813.

 





Voorbereiding mengsel
- Silo:

In geval van verwerking d.m.v. het Cantillana Silomix systeem, verwijzen we naar de verwerkingsvoorschriften hieromtrent. Deze zijn verkrijgbaar op eenvoudig verzoek.
Na aanmaak van het mengsel dient de chape verwerkt te worden binnen ong. 4 tot 5 uur (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 

 


 

Chape 355
Dekvloermortel - CT-C20-F4 volgens EN 13813
Toepassingsgebied
Chape 355 is geschikt voor:
- het plaatsen van cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten,
- het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken,
- het stabiliseren van niet verharde ondergronden.
Samenstelling
Chape 355 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd en hersamengesteld rivierzand 0/4 mm volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: ter optimalisatie van de verwerkbaarheid.
Eigenschappen
Chape 355 is een droog, gebruiksklaar, voorgemengd zand-cement mengsel voor het leggen van cementgebonden dekvloeren.
- Mengklaar
- Product geformuleerd met industriële regelmaat
- Makkelijk te verwerken
- Geoptimaliseerde samenstelling
- Zowel binnen als buiten te gebruiken
Verwerken
Constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer en de dilatatievoegen moeten worden gerespecteerd. De omtrek is voorzien van randvoegen.
Indien nodig wapeningsnet plaatsen. Het net wordt geplaatst op ong. 2/3 van de totale chapedikte. De chapemortel wordt uitgespreid en op niveau gebracht met een aftrekregel. Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.
De vloerbekleding (tegels, tapijt, linoleum, parket, laminaat) kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende droog is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.
Het maximum vochtgehalte moet < 2,0 M.% voor reguliere chapes en < 1,8 M.% voor chapes in combinatie met vloerverwarming op basis van warm water bedragen. Deze waarden zijn met een CM-apparaat gemeten en zijn massapercentage uitgedrukt.
Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de chape, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C. Na verwerking onmiddellijk alle gereedschappen reinigen met water. Uitgeharde dekvloermortel kan enkel nog mechanisch worden verwijderd.
 
Nabehandeling
Het oppervlak beschermen tegen tocht en uitdroging dmv. een gepaste nabehandelingsmethode (plasticfolie, natte jute, bevochtigen, enz.).
Het werk beschermen tegen koude, slagregen, wind en temperaturen boven +30 °C.
Verbruik
Opbrengst:
- ± 525 L specie per ton droge chape,
- ± 13 L specie per 25 kg droge chape.
Technische kenmerken
Sterkteklasse
C20-F4
 
Druksterkte na 28 dagen
≥ 20,0 N/mm²
 
Buigtreksterkte na 28 dagen
≥ 4,0 N/mm²
 
Granulometrie / Korrelgrootte
0/4 mm
 
Waterbehoefte
± 8 %
 
Debiet / Opbrengst
± 525 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 2100 kg/m³
 
Volumemassa natte mortel
± 2150 kg/m³
 
Verpakking
Chape 355 is verpakt:
- in papieren zakken van 25 kg, gestapeld op palletten (1200 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in big bags van 1200 kg,
- in silo.
De verpakking kan per land verschillen.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.





Opmerking
De uitvoering van de werken dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB (TV 189) en van deze technische fiche.
De vermelde technische kenmerken werden bepaald door testen volgens de geldende normen en bewaarcondities.
Classificatie
CT-C20-F4 volgens EN 13813.

 
Voorbereiding mengsel
- Zak:
Chape 355 vermengen met ongeveer 8 % zuiver water voor een aardvochtig mengsel (ong. 2 L water per zak van 25 kg).
Bij voorkeur mechanisch mengen tot de geschikte consistentie is bekomen. De specie moet homogeen en klontervrij zijn.
Na aanmaak van het mengsel dient de chape verwerkt te worden binnen ong. 2 uur (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.

- Silo:
In geval van verwerking d.m.v. het Cantillana Silomix systeem, verwijzen we naar de verwerkingsvoorschriften hieromtrent. Deze zijn verkrijgbaar op eenvoudig verzoek.





Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 
Chape Drain 15/25
Waterdoorlatende dekvloermortel
Eigenschappen
Chape Drain 15/25 is een droog, voorgemengd zand-cement mengsel voor het plaatsen van niet verkleuringsgevoelige natuurstenen, kasseien, klinkers, tegels mits van voldoende dikte en geschiktheid.
Chape Drain 15/25 is na 24 uur begaanbaar en na ca. 7 dagen volledig belastbaar.
Chape Drain 15/25:
- is drainerend: bevordert de afvoer van regenwater in de bodem (in zijn natuurlijke omgeving): ± 1000 L/m²/uur,
- voorkomt vorming van ijsplekken en is vorstbestendig,
- helpt bij het opladen van het grondwater en bij de bestrijding van overlopende rioleringsnetwerken en overstromingsrisico's.
 
Verbruik
Ca. 16 kg/m²/cm dikte.

Opbrengst:
- ca 525 L specie per ton droge mortel,
- ca. 13 L specie per 25 kg droge mortel.

 
Verpakking
Chape Drain 15/25 is verpakt:
- in papieren zakken van 25 kg gestapeld op europaletten van 1200 kg met een beschermhoes,
- in bigbags van 1200 kg,
- in bulk (silo).

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
 

 

 


 

Chape Fiber 255/305/355
Vezelversterkte dekvloermortel
Toepassingsgebied
Chape Fiber is geschikt voor:
- het plaatsen van vezelversterkte cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten,
- het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken,
- het stabiliseren van niet verharde ondergronden.
Samenstelling
Chape Fiber is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaten: afgezeefd en hersamengesteld zand 0/4 mm volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: ter optimalisatie van de verwerkbaarheid.
- Vezels: polypropyleenvezels ter voorkoming van krimpscheuren en verhoging van de buigtreksterkte.

 
Verbruik
Opbrengst:
- ± 525 L specie per ton droge chape,
- ± 13 L specie per 25 kg droge chape.
Verpakking
Chape Fiber is verpakt:
- in papieren zakken van 25 kg, gestapeld op palletten (1200 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in big bags van 1200 kg,
- in silo.
De verpakking kan per land verschillen.
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
 
Classificatie
Chape Fiber 255 volgens EN 13813 CT-C12-F3. Classificatie volgens UPEC: P2.
Chape Fiber 305 volgens EN 13813 CT-C16-F4. Classificatie volgens UPEC: P2/P3.
Chape Fiber 355 volgens EN 13813 CT-C20-F5. Classificatie volgens UPEC: P3.
 

 

 


 

Chape Rapid
Snelhardende dekvloermortel - CT-C16-F4 volgens EN 13813
Polyquartz
Slijtlaag voor industriële dekvloeren
Toepassingsgebied
Voor het slijtvast maken van monolitisch afgewerkte industriële vloeren op basis van cement, door instrooien van een gebruiksklaar kwartsmengsel.
Samenstelling
Polyquartz is een homogeen mengsel van Portlandcement en kwartstoeslagstoffen.
Kleur
Grijs.
Eigenschappen
-Hoge mechanische sterkte en stabiliteit
-Hoge slijtvastheid
-Brandveilig
-Gebruiksveilig
-Stofreducerend
Voorbereiding ondergrond
Het beton met sterkteklasse C20/25 of hoger voor de vloer wordt gestort en verdicht.
Alvorens de slijtlaag in te strooien, wordt het vloeroppervlak op de gewenste hoogte gebracht en afgereid.
Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van het beton, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5°C en niet hoger dan +30°C.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
 
Verwerken
Enkele uren na het storten van het beton (afhankelijk van de weersomstandigheden), wordt het slijtlaagmengsel Polyquartz bij de eerste verstarring van het beton over het betonoppervlak handmatig of machinaal ingestrooid.
Dit geschiedt in één of meerdere beurten.
Een afwerking in meerdere strooibeurten is te verkiezen, teneinde een gelijkmatige overgang van het beton naar de slijtlaag te verkrijgen.
Na iedere strooibeurt wordt het oppervlak verdicht en glad gestreken met een raapbord.
De afwerking gebeurt door het manueel of mechanisch (vlinderen) inschuren van de slijtlaag in het beton en het eventueel polijsten van het vloeroppervlak.
Nabehandeling
Een geschikte nabehandelingsmethode is aan te bevelen tegen te snelle uitdroging.
Verbruik
Ca. 3,5 tot 5,0 kg/m²
Technische kenmerken
Gemiddelde druksterkte na 28 dagen
60,0 N/mm²
 
Gemiddelde buigtreksterkte na 28 dagen
10,0 N/mm²
 
Granulometrie
0/3 mm
 
Waterbehoefte
± 12 %
 
Volumemassa verharde mortel
± 1800 kg/m³
 
SiO2-gehalte
> 98 %
 
Hardheid
> 7 (schaal van Mohs)
 
Gehalte aan fijnstoffen
± 32 %
 
Slijtvastheid volgens Amsler-proef
≤ 2 mm/3000 m
 
Verpakking
Polyquartz is verpakt in zakken van 25 kg (1200 kg/pallet) met een beschermhoes. De houdbaarheid bedraagt 12 maanden, na productiedatum in originele, verzegelde, ongeopende en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst en dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB.






Classificatie
Slijtbelastingsklasse II b, volgens de Technische Voorlichting TV 204 van het WTCB.
Voorbereiding mengsel
Polyquartz is gebruiksklaar.






Veiligheidsrichtlijnen
Polyquartz bevat cement. Deze reageert door vochtigheid alkalisch, waardoor huidirritaties kunnen optreden. Huid en ogen dienen beschermd te worden. Bij huidirritaties direct grondig wassen met water en zeep. Bij contact met de ogen direct grondig met water spoelen en arts consulteren. Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
 

 

 


 

Stabilis
Zand/cement mengsel
Toepassingsgebied
Stabilis is o.a. geschikt:
- voor het plaatsen van cementgebonden dekvloeren buiten,
- voor het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken voor terrassen, tuinwegen en wandelpaden,
- als stabilisatie,
- voor het plaatsen van betonnen boordstenen,
- voor het inbedden van begraven buizen en leidingen.

 
Samenstelling
Stabilis is een homogeen mengsel samengesteld uit bindmiddelen en zand:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand 0/4 mm volgens EN 13139.

 
Eigenschappen
Stabilis is een droog, voorgemengd zand-cement mengsel o.a. voor het leggen van dikke tegels / klinkers en cementgebonden dekvloeren.
- Mengklaar
- Makkelijk te verwerken
- Uitstekende stabiliteit
- ideaal voor gebruik buiten
Voorbereiding ondergrond
Bij toepassing als legmortel bestaat de ideale ondergrond uit grond met daarop een gestabiliseerde en waterdoorlatende laag bestaande uit gebroken steenpuin.

Bij toepassing op cementgebonden ondergronden dienen deze proper en rein te zijn; ontdaan van alle niet hechtende onderdelen zoals olie- en vetsporen, cementsluier, andere oppervlakteverontreinigingen en loszittende delen. Poreuze oppervlakken op voorhand voldoende bevochtigen.
Indien nodig, het hele oppervlak van betonnen ondergronden voorbehandelen met een raaplaag op basis van cement type Cera'grip HB. Stabilis daarna ‘nat-in-nat’ aanbrengen.

Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.

 
Verwerken
Bij toepassing als onderlaag voor terrassen en klinkers, eerst de boordstenen plaatsen op de juiste afstand. De eerste laag Stabilis homogeen aanbrengen met een supplementaire dikte van 15 %. De mortel vlak afreienen aandammen met een trilplaat. Vervolgens de tweede laag uitgieten waarop de betonklinkers geplaatst worden. Zorg voorvoldoende helling voor afwatering (1 tot 2 cm per lopende meter).

Bij toepassing als cementdekvloer dienen constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer en de dilatatievoegen moeten worden gerespecteerd. De omtrek is voorzien van randvoegen.
Indien nodig wapeningsnet plaatsen. Het net wordt geplaatst op ong. 2/3 van de totale chapedikte. Stabilis wordt uitgespreid en op niveau gebracht met een rij. Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.
De tegels kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende droog is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.
Het maximum vochtgehalte moet < 2,0 M.% voor reguliere chapes bedragen. Deze waarde is met een CM-apparaat gemeten en is massapercentage uitgedrukt.

Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de mortel, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C.
Na verwerking onmiddellijk alle gereedschappen reinigen met water. Uitgeharde mortel kan enkel nog mechanisch worden verwijderd.
 
Verbruik
Opbrengst:
- ± 525 L specie per ton droge mortel,
- ± 13 L specie per 25 kg droge mortel.
 
Technische kenmerken
Gem. druksterkte na 28 dagen
≥ 10,0 N/mm²
 
Gem. buigtreksterkte na 28 dagen
≥ 1,5 N/mm²
 
Granulometrie
0/4 mm
 
Waterbehoefte
± 8 %
 
Debiet/opbrengst
± 525 L/ton
 
Volumemassa verharde mortel
± 1900 kg/m³
 






Verpakking
Stabilis is verpakt:
- in plastic zakken van 25 kg, gestapeld op palletten (1200 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in bigbags van 1200 kg,
- in silo.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.
Opmerking
De werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst.